De kleine lettertjes onder een vergrootglas

We zijn er veel te bang voor en niemand leest ze. Dus wat moeten we ermee? Jurist Jaap Hijma reageert op vijf stellingen over de kleine lettertjes. “Ik lees ze zelf ook niet.” Interview: Nicolline van der Spek

# 1 De kleine lettertjes zijn er om mensen dwars te zitten.

“Dat idee leeft inderdaad, maar de kleine lettertjes werken ook in het voordeel van de consument. Ze hebben bijvoorbeeld invloed op de prijsstelling van een product. Met het hanteren van algemene voorwaarden bouwt een bedrijf zekerheden in voor zichzelf. Dat drukt de prijs. Dat we denken dat we erin geluisd worden door de kleine lettertjes, komt vooral doordat er her en der uitwassen voorkomen.”

# 2 Niemand leest ze, dus kun je ze net zo goed afschaffen.

“99 % van de mensen leest ze inderdaad niet, maar de kleine lettertjes verbieden, daar ben ik geen voorstander van. Zolang alles wat erin staat redelijk is, dan zijn algemene voorwaarden nuttig. Ze zijn een soort van smeerolie in het handelsverkeer. Bedrijven kunnen hun positie beter inschatten en hoeven niet bij elk contract opnieuw het wiel uit te vinden.
De vraag is: wat is redelijk? Volgens het Europese Hof moeten de algemene voorwaarden zo zijn opgesteld dat je ze ook in een gewoon gesprek had kunnen voorleggen aan je klant. Durf je dat niet, dan is er iets mis met je voorwaarden. Een rechter zal ze dan al snel oneerlijk vinden, met als gevolg dat de consument er niet aan is gebonden.”

# 3 Je moet zelf een jurist zijn wil je de kleine lettertjes kunnen begrijpen.

“De wet zegt daar wel iets over: bedingen moeten duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld. Zijn ze niet helder geformuleerd, dan kan de consument ze vernietigen. Het criterium is: had het helderder gekund? Soms zijn dingen gewoon complex, denk aan iets technisch, maar je mag niet bewust de cryptiek opzoeken. Wollig formuleren met allemaal uitzonderingen, bijzinnen en tangconstructies om de consument het bos in te sturen, wordt door de wet afgestraft. Zo’n beding kan dan gewoon de prullenbak in.”

# 4 De kleine lettertjes vergroten de kloof tussen hoog- en laag opgeleide mensen in de samenleving.

“Dan overschat je de bovenlaag. Ik hoor bij de hoogopgeleiden, maar lees ze eerlijk gezegd ook nooit. Ik bekijk ze pas achteraf,als er een probleem is. Dat doen de meeste mensen. In het algemeen is het een misverstand te denken dat je beter af bent als je ze wel leest.”

# 5 We zijn veel te bang voor de kleine lettertjes.

“Precies. Mijn tip: vertrouw wat meer op de wettelijke bescherming. Juist de consument wordt goed beschermd. Het Burgerlijk Wetboek heeft een zwarte lijst en een grijze lijst opgenomen, met samen 34 bedingen. Een mooi voorbeeld: er was een stel dat de trouwsuite had gereserveerd in een duur Haags hotel. Uiteindelijk ging de mooiste nacht van hun leven daar niet door, omdat het hotel die suite liever gaf aan een popster die toen in de stad was. Ergens in de kleine lettertjes stond dat het hotel daar het recht toe had. Daar steekt de wet een stokje voor: een beding dat de consument zijn recht op de afgesproken prestatie helemaal ontneemt, staat op de zwarte lijst. De consument is daar dus niet aan gebonden, ook al heeft hij zijn handtekening gezet. Naast die zwarte lijst heb je de grijze lijst. Daarop staan verdachte bedingen. Een ondernemer kan dan nog proberen aan te tonen dat het beding in zijn geval toch redelijk was. Enfin, dat wordt discussie. Bij de zwarte bedingen is het over en uit, en sta je als consument in je gelijk.“

Jaap Hijma (1955) is sinds 1988 hoogleraar in het burgerlijk recht aan de Leidse universiteit. Hij is geïnteresseerd in het vermogensrecht, met als zwaartepunten het contractenrecht, het verdere verbintenissenrecht en het consumentenrecht.

Dit verhaal verscheen eerder in LEIDRAAD.