Koe maakt gehakt van ons klimaat

Door de uitstoot van methaan en andere broeikasgassen is de mondiale veehouderij een grotere vervuiler dan de auto. De oplossing is te vinden in de veeteelt zelf. Het kan duurzamer. Nederland is de grootste exporteur van landbouwproducten. We verkopen bulkproducten. Klimaatwetenschapper en hoogleraar Pier Vellinga: “We moeten onze veehouderij halveren.” Door: Nicolline van der Spek.

Hollandser kan niet: een koe in een weiland. Je voelt je bijna schuldig als je voorbijrijdt; al die uitlaatgassen. Arm beest? Als diezelfde koe een wind laat vult het zwerk zich met een broeikasgas waar de honden geen brood van lusten. Methaan, CH4, want daar hebben we het over, wordt gevormd in een van de zeven magen van de koe en is vele malen krachtiger dan kooldioxide, CO2. Geen klimatologische ramp als het bij die ene koe blijft, maar in Nederland lopen ondertussen ruim 1,74 miljoen melkkoeien rond. Wereldwijd anderhalf miljard. Al die koeien bij elkaar zorgen voor net zoveel uitstoot van broeikasgassen als alle auto’s die er op de wereld rondrijden.

Van bodem tot bord

De (melk)veehouderij beperkt zich natuurlijk niet tot de wei. Voor de productie van vlees en melk is absurd veel water nodig. Zo vereist een kilo rundvlees 15.000 liter water. Dat gaat niet in de koe zelf zitten, maar in zijn voer. Voer dat ergens moet groeien. Ten behoeve van de landbouw wordt op grote schaal land ontbost en veen- en moerasgebieden ontwaterd. Daarbij komt veel CO2 vrij. Het veevoer moet ook nog eens worden getransporteerd, de kipfilets en karbonades geëxporteerd. De teller loopt ondertussen op tot een uitstoot van 30 %, meer dan al het transport bij elkaar, inclusief scheepvaart en vliegtuigen. Klimaatwetenschapper Pier Vellinga: “Er zijn verschillende definities in omloop als het gaat om de impact van de veehouderij op het klimaat, maar ga je uit van de meest ruime, die van de bodem tot het bord, dan kom je inderdaad uit bij ruim dertig procent. Daar zit dan ook de brandstof bij van alle landbouwwerktuigen en de CO2-uitstoot van onze koelkast.”

Voor de productie van vlees en melk is absurd veel water nodig. Zo vereist een kilo rundvlees 15.000 liter water.

Klaar is vlees
De auto kan best een dagje zonder u, leerden we al in de jaren negentig. Over vlees bestaat zo’n Postbus 51-spotje niet, terwijl een ludieke slogan toch zo verzonnen is. Denk aan Minder melk, goed voor elk of Arjen Lubachs Klaar is Vlees.
“Met de boodschap dat we minder vlees en zuivel moeten consumeren, maak je je als politicus niet populair”, weet Vellinga. Hij heeft de afgelopen dertig jaar verschillende politici op de klimaatverandering als gevolg van de intensieve (melk)veehouderij aangesproken. Niet veel politici gaven thuis. Gelukkig staat sinds Parijs het klimaat weer hoger op de agenda, en worden mensen zich steeds bewuster van wat ze eten. De vraag naar vlees in Nederland neemt snel af, de vraag naar biologisch vlees neemt toe.
Allemaal veganist dan maar?
Dat hoeft niet per se. Minderen met vlees en melk helpt al om de opwarming van de aarde af te remmen. Vellinga stelt dat iedereen voor 80% vegetariër zou moeten zijn. Dat betekent dat we hooguit zes dagen in de maand vlees mogen eten.

Met de boodschap dat we minder vlees en zuivel moeten consumeren, maak je je als politicus niet populair.

Koe versus mens
We moeten anders naar veeteelt kijken, aldus Hannah van Zanten. Ze is in 2016 cum laude gepromoveerd aan de universiteit van Wageningen op de vraag hoe veeteelt duurzamer kan. Het aantal mensen blijft groeien. In 2050 zijn we naar verwachting met 9,9 miljard mensen, volgens het Population Reference Bureau. Om al die mensen te kunnen blijven voeden, moeten we niet meer uitgaan van de hoogste productiviteit per koe, maar naar het voeden van zo veel mogelijk mensen per hectare. Dat laatste lukt alleen als we vee niet dát te eten geven wat wij mensen zelf kunnen eten, zoals graan, maar bijproducten uit de voedingsindustrie en voedselresten uit de supermarkt, zoals brood dat over datum is. Interessante stelling, ook voor het het klimaat. Zeker voor kippen en varkens, die – anders dan herkauwers – geen methaan uitstoten.

Na 15 jaar valt methaan in de lucht uiteen. Dus, roepen de klimaatsceptici: wat is het probleem?

Methaan
Hoe zit het nu precies met dat methaan? Het is er in ieder geval altijd al geweest, ook in de ijstijd. Sinds de achttiende eeuw zien we een explosieve stijging van de hoeveelheid methaan in de atmosfeer, aldus het KNMI. Hoofdoorzaken: het gebruik van fossiele brandstoffen en groei van de veeteelt. Net als CO2 houdt methaan de warmte in de atmosfeer vast, waardoor de aarde opwarmt. Methaan is alleen vele malen krachtiger dan CO2. Gemeten over een periode van honderd jaar houdt methaan 34 keer zoveel warmte vast als CO2. Aan de andere kant vervliegt methaan sneller. Na 15 jaar valt het in de lucht uiteen. Dus, roepen de klimaatsceptici: wat is het probleem?
Vellinga: “Vroeger vonden we dat inderdaad minder belangrijk. Toen keken we honderd jaar vooruit. Maar omdat de afgelopen dertig jaar weinig is gedaan aan het CO2-propbleem, moeten we het nu in dertig jaar oplossen. Met die horizon van dertig jaar, waarbij we in 2050 – liefst eerder nog – klimaatneutraal willen zijn met zijn allen, maakt die 15 jaar wel ineens uit.”

Het landbouwsysteem is failliet.

Failliet
Vellinga snijdt een ander milieuaspect aan: de veehouderij en het telen van diervoer mergelen de bodem uit. “De bodem wordt uitgeput en onze weilanden veranderen in groen asfalt; daar zit steeds minder leven in. Door overbemesting en kunstmest is het bacteriële leven bijna volledig uit de grond verdwenen. Er zijn weinig wormen en bijna geen weidevogels meer. Dat noemen we ‘landschapspijn’. Wat doen we? We gaan de melkveehouderij nog eens intensiveren! Nederland is de grootste exporteur van landbouwproducten. We verkopen bulkproducten. Dit wordt ook nog eens zwaar gesubsidieerd door Brussel. Onze melkpoeder is spotgoedkoop. Daar is niet tegenop te concurreren voor kleine boeren in de derde wereld. De boeren hier zelf zijn er ook niet blij mee, maar die bepalen al lang de prijs niet meer. Dat doen de retailers, de banken, Friesland Campina en de veevoederproducenten. De keten is veel te lang. Er zitten zoveel mensen in de voedselketen dat de primaire producent – de boer – er bijna niets meer aan verdient. Het landbouwsysteem is failliet. Willen we klimaatneutraal kunnen boeren, dan zullen we in Nederland onze veehouderij moeten halveren.” Sanderine Nonhebel, universitair hoofddocent aan de Rijksuniversiteit Groningen en gespecialiseerd in voedselvoorziening en milieu is het met Vellinga eens. In De Correspondent zegt ze: “De Nederlandse veeteelt is veel te groot. We produceren nu vlees en zuivel voor zo’n vijftig miljoen mensen, omdat we twee derde van onze vleesproductie exporteren. Daarvoor is ons land te klein. Dit is op lange termijn gewoon niet vol te houden.”

De meeste mensen denken dat je met de biologische landbouw de wereldbevolking niet kunt voeden, maar dat is de laatste tien jaar weerlegd door allerlei onderzoek.

Biologisch
Anders nog iets? Jazeker! We moeten overstappen op biologisch boeren, aldus Vellinga. “De meeste mensen denken dat je met de biologische landbouw de wereldbevolking niet kunt voeden, maar dat is de laatste tien jaar weerlegd door allerlei onderzoek. Biologisch boeren zorgt voor een betere grondwater- en bodemkwaliteit, waardoor de productiviteit even groot is als met kunstmest. Het grote voordeel van biologisch boeren is dat je minder afbreuk doet aan de bodem.”
Die bodem zou volgens Vellinga wel eens de heilige graal kunnen zijn als het gaat om klimaatverandering. We moeten de bodem slimmer beplanten met bomen en diep wortelende grassen. Zo kunnen we 20 tot 30% van al onze CO2 uitstoot weer in de bodem terugvoeren. Dit soort groenbedekkers krikken het organisch stofgehalte van de bodem op, waardoor de grond meer CO2 uit de lucht haalt. Beplanting zorgt er tegelijkertijd voor dat je van de bodem een soort spons maakt, wat met de huidige overstromingen geen overbodige luxe is. Zo zijn we weer rond, want hoe ontstaan die overstromingen, waar de boeren steeds vaker mee te kampen hebben? Precies, door klimaatverandering.