Wandelend langs de Skåneleden vertraagt alles

De Skåneleden is de beroemde lange afstandswandeling in het zuiden van Zweden. Totale lengte: 1250 km. Dat loop je niet in een dag. Zelfs niet in een week. Veel mensen doen elk jaar een stukje.

Ons stukje begint in Haväng in het zuiden van Skåne, op zijn mooist in de ochtend, zo’n half uur voor zonsopkomst, wanneer de heide nog kraakt en de horizon langzaam in een schilderij van Mark Rothko verandert. Een streep licht, de belofte van de dag. Je loopt hier tussen de dieren: schapen, eenhoornmestkevers, duinparelmoervlinders. En trapt bijna op een blauwe zeedistel, afgeleid door een groep zwanen, die laag over de zeespiegel vliegt. Een plek waar je vanzelf gaat fluisteren. Zeker als je Havängsdösen passeert, een megaliet van circa 5500 jaar oud en het kleinere zusje van Ales Stenar, dat ook aan de Skåneleden ligt en stamt uit de tijd van de Vikingen. Beide hebben iets mysterieus.
Iets verderop wordt mijn oog automatisch getrokken naar een verlaten vissershut op het strand. In het zand zijn de staken geboord waar vissers vroeger hun netten droogden. Bij regen kun je even schuilen, desgewenst een boodschap achterlaten. ‘Another day in paradise’ staat er in het gastenboek. Maar het regent niet. En het gaat ook niet regenen. Dat zie je aan de lucht. Het belooft een prachtige dag te worden.

Witte stranden
De provincie Skåne in het zuiden van Zweden telt maar liefst 380 km kustlijn. De stranden zijn werkelijk idyllisch. Het strand van Knäbäckhusen heeft de reputatie de mooiste te zijn. Links en rechts van de enige weg in Knäbäckhusen staan witgepleisterde vakwerkhuizen met rieten daken en strak geverfde kozijnen in blauw en rood. Vaak tweede huizen of vakantiehuizen. Wie de weg, eigenlijk meer een weggetje volgt, komt uit bij een baai waar de twee zuidelijke provincies van Zweden samenkomen: Blekinge en Skåne. Net voor je het strand oploopt vind je nog een klein kapelletje. In Knäbäckhusen wordt naar hartenlust getrouwd en conform het gemiddelde sprookje nog lang en gelukkig geleefd.

Nationaal park
Knäbäckhusen grenst aan het Stenshuvud National Park, waar de Skåneleden ook doorheen loopt. De berg Stenshuvud torent hoog boven de zee uit, 97 meter, en betekent letterlijk ‘stenen hoofd’. Het is geen al te zware klim, slechts een kilometertje lopen vanaf de hoofdingang van het park en je staat boven. De beloning bestaat uit een prachtig panorama op de Baltische Zee en het groen van de haagbeuk die het Stenshuvuds National Park bekleedt. Het gebied is in 1986 uitgeroepen tot nationaal park en is 401 hectare groot, waarvan 80 hectare zee. Een park met grillige bemoste rotsen, rivieren, heide, naaldbomen en eeuwenoude beuken. De habitat ook van de hazelmuis, het symbool van het park. Jaarlijks trekt het nationaal park 500.000 bezoekers. Het kan er druk zijn, zeker in het weekend. Begin je dag vroeg, net als wij vandaag gedaan hebben.

Boomwortels
Ik kan me niet voorstellen dat elders langs de Skåneleden het zand nog witter is dan hier in Haväng. Überhaupt heb ik Zweden nooit geassocieerd met parelwitte stranden. Ik kende Zweden van de diepdonkere bossen, maar in het uiterste zuiden vind je dus de meest exotische stranden, de Zweedse Rivièra. En daar staan we nu, met in de verte de reflectie van boomwortels in de Verkeå rivier die uitmondt in de Baltische zee. Erboven knalt de zon. Ongemerkt is het dag geworden. De jas kan uit.

De Skaneleden

De Skåneleden is verdeeld in vijf meerdaagse routes en 107 etappes, variërend van 5 tot 25 km. De feloranje wandelbordjes duiken overal op. Dat is het mooie van de Skåneleden, elk traject heeft zijn eigen charme. De ene etappe loopt langs het kasteel van Hovdala, de andere langs de steile kliffen van Kullaberg, een schiereiland in het noordwesten van Skåne met op het hoogste punt (78,5 meter boven de zeespiegel) een vuurtoren met het felste vuurtorenlicht van heel Zweden.
Overnachten langs de Skåneleden kan in principe overal: in een houten wind shelter waar je ontwaakt met de zon op je gezicht, een eigen tentje onder de sterren of in een klein hotelletje onderweg. Zelfs wildkamperen is toegestaan, dankzij het Zweedse allemansrecht (Allemansrätten). De Zweden doen niet moeilijk. Trek in een blauwe bes? Pluk gerust. Moet je het land van een boer over? Niemand belet je het te belopen. Wel zijn er een paar do’s and don’ts. Pluk niet het hele bos leeg, logeer slechts één nachtje op iemands private property, sluit hekken, laat geen rotzooi achter, wees voorzichtig met vuur en heb respect voor de flora en fauna. Maar dat krijg je hier allemaal vanzelf. Het takje onder je voet kraakt niet, het knapt als sandelhout in paasvuur. Dat is het mooie van de Skåneleden. Langs de Skåneleden vertraagt alles.

Tekst: Nicolline van der Spek
Foto: Frits Meyst

www.visitskane.com
www.en.skaneleden.se

Dit artikel is als branded content gepubliceerd in De Volkskrant, februari 2020.