Het Noordpoolgebied is de spreekwoordelijke kanarie in de kolenmijn als het om klimaatverandering gaat. Nergens gaat de opwarming van de aarde sneller. Filmmaker en klimaatjager Bernice Notenboom maakt zich zorgen en vertrekt in april voor de vierde keer naar de Noordpool. Interview: Nicolline van der Spek.
Wie een Noordpoolexpeditie maakt, moet trainen. Veel trainen. Met de sportschool red je het niet, begrijp ik. “Als training voor de expeditie, bind ik vijf autobanden achter me aan en loop ik 15 kilometer over het strand van Noordwijk richting Zandvoort. Die vijf banden zijn bij elkaar iets van 100 kilo. Precies de hoeveelheid die ik straks achter me aan sleep over het ijs.”
Honden?
Geen optie.
“Dan moet je ook weer hondenvoer meesjouwen. Bovendien moet je soms hele stukken zwemmen.”
Ik hoor het goed. Wie over de Noordpool reist, moet soms wel driehonderd meter zwemmen door gesmolten poolijs.
Klimaatjager
Het is winter 2016. Ik praat met de onlangs geridderde Bernice Notenboom (54). Beroep: avonturier, filmmaker, poolreiziger en klimaatjournalist. Na een carrière bij Microsoft begon ze een raftingbedrijf in Colorado. Tien jaar later verkocht ze het en begon ze met schrijven over haar reizen. De bestemmingen, variërend van de Noordpool tot de Everest, zijn niet bepaald standaard. ‘Waar ren je voor weg?’ vroeg een bevriend psycholoog haar eens. ‘Waar ga ik naartoe, zul je bedoelen,’ antwoordde Bernice. Ze schreef het boek Tegenpolen over haar reizen naar beide Polen. Voor de VPRO-serie ‘Klimaatjagers’, die inmiddels in 45 landen is uitgezonden, reisde ze naar zes extreme plekken op aarde die kantelpunten vormen in het klimaat, zoals Oceanië, de Amazone en Alaska. Ze maakte de film Desert Alert over de gevolgen van klimaatverandering in de Sahel. Ze stond op de top van de Mount Everest om te laten zien dat ook op grote hoogten de klimaatsverandering gevolgen heeft. Volgend jaar reist ze opnieuw af naar de Noordpool voor het maken van een film over de in Parijs gemaakte klimaatafspraken. Er gebeurt vooralsnog weinig om de doelstelling van minder CO2-uitstoot te halen, valt Bernice op. “Maar het smeltende ijs heeft geen geduld. Hoe minder ijs, des te groter de impact op de atmosfeer. Alles kantelt. Het sneeuwt in Florida en in Californië heb je jaren van droogte.”
Tegenpolen
Voorlopig zitten we in Noordwijk, veilig in een restaurant aan de mosselen. Als de witte wijn komt – zonder ijs – proosten we op de ontmoeting. We zijn ongeveer even oud, houden allebei van reizen, publiceren over onze reizen en … ja, daarna stopt het wel zo’n beetje. We zijn nog net geen tegenpolen, al ben je dat snel als Bernice Notenboom tegenover je zit.
“Wat me opvalt”, zegt ze, terwijl ze in de pan vist naar een mossel, “is dat zo weinig vrouwen hun hart volgen.”
“Misschien hebben ze wel helemaal geen zin om te doen wat jij allemaal doet?”opper ik, en denk aan wat ik allemaal over mijn disgenoot ben tegengekomen op Google. Laat ik beginnen in 2009. Tijdens haar tocht naar de top van de Everest valt ze 15 meter naar beneden in een gletsjerspleet. De sponsors willen de klim afblazen, maar dan kennen ze Bernice nog niet. Ze is niet roekeloos (“anders zou ik hier niet zitten”), wel doelgericht en topfit.
Bernice schudt haar hoofd. “De meeste vrouwen denken te veel in wat-als-scenario’s. Ze zien overal beren op de weg. Deze zomer bijvoorbeeld heb ik in Ladakh over de Zanskar rivier geraft met klasse vier stroomversnellingen. Ik was met 12 vrienden, waaronder een aantal vrouwen van rond de vijftig. Al die vrouwen moesten huilen van angst. Daar heb ik totaal geen last van. Ik zie ook risico’s, maar schat ze anders in. Al was het best tricky hoor. Het water was maar 2 graden bijvoorbeeld.”
Tussen de beren
Nog even over die beren. Woon jij niet tussen de beren? vraag ik. “Klopt. Ik woon een deel van mijn tijd in Nederland, maar mijn echte thuis is in Canada. Ik heb een huis in Brits-Columbia. Daar woon ik midden in de bossen, tussen de beren inderdaad!”
Er is geen mooiere plek om te wonen, begrijp ik, zeker als er sneeuw ligt. Helaas is ze weinig in Canada. Bernice reist de hele wereld over. Morgen bijvoorbeeld moet ze naar Venetië om haar film Sea Blind, die tijdens de klimaattop in Parijs in première ging, te promoten. In de film stelt ze de vervuiling van containerschepen aan de kaak (“Morgen op te lossen als ze overstappen op andere brandstof”). Daarna wordt het ‘rustig’, althans in de ogen van Bernice. Ze verheugt zich de komende twee maanden enorm op de weken in Antarctica, waar ze gaat gidsen. Tussendoor vliegt ze naar haar vriend in Belize (“beetje kitesurfen”) en dan moet ze natuurlijk flink aan de bak voor de Noordpoolexpeditie, die in april 2017 op de agenda staat. “Zo’n expeditie is tien keer zwaarder dan Everest, waar de sherpa’s alles omhoog sjouwen. Op de pool moet je alles zelf doen.”
Everest
Toch, de Everest. Met 8848 meter de koning onder de achtduizenders. Op 13 mei 1999 mocht Katja Staartjes zich de eerste Nederlandse vrouw noemen die hem beklom. Tien jaar later volgde Bernice Notenboom. Pas de laatste 1000 meter zette ze een zuurstofmasker op. “Tegenwoordig beginnen sommige klimmers daar in het basiskamp al mee, maar dat is levensgevaarlijk. Je lichaam moet langzaam wennen aan steeds minder zuurstof. Geloof mij, die zuurstofmaskers haperen nog wel eens. Dat is sowieso doodeng, maar als je niets gewend bent, ga je gewoon na 20 minuten dood. Ik zette pas bij 7300 meter mijn masker op.”
De top bereikte ze trouwens niet zonder slag of stoot. Een van de sherpa’s overleed. Zelf viel ze, zoals gezegd, 15 meter naar beneden in een gletsjerspleet. Hoogtepunten waren er ook. Zo vond Bernice een hele oude fotocamera. Ze dacht meteen aan Edmund Hillary, de Nieuw-Zeelandse bergbeklimmer die in 1953 als eerste met zijn Nepalese sherpa Norgay de top van de Mount Everest bereikte. De tweede gedachte was: wat zou er op het filmpje staan? Helaas was er op het rolletje (“te oud”) niets meer te zien. Wel bereikte ze de top. Boven plantte ze een vlag van een Nederlandse schoolklas. De kinderen maakten zich zorgen om,hoe kan het ook anders: het milieu.
Afzien
Brengt ons terug op de Noordpool. In 2014 bereidt Bernice zich samen met twee maatjes voor op de zwaarste expeditie ter wereld: een tocht van de Noordpool naar het vaste land van Canada. Helaas moest de expeditie na 600 km ploeteren door het ijs worden gestaakt. Met nog maar 188 km te gaan werden de poolreizigers geëvacueerd. “We deden op het laatst nog maar 2 km per dag waardoor we zonder brandstof en voedsel zouden komen te zitten. Bovendien werd er enorm slecht weer voorspeld. Dan zou je grote scheuren enorme gaten in het ijs krijgen van 10 km breed. Dat kun je niet zwemmen. Ook kregen we het bericht dat onze charter binnen een paar dagen niet meer wilde vliegen omdat het ijs te zwak was. Wat als er iets mis zou gaan de laatste 188 km? We konden niet anders dan ons laten ophalen. “
Een droom viel in duigen. Ze heeft twee dagen alleen maar gehuild. “Het is er zo mooi. Een wereld zonder prikkels. Je vergeet er alles, je hypotheek, je pincodes, verjaardagen.”
Autobanden
In april gaat ze terug en dat betekent trainen. “Voor een expeditie is het belangrijk dat je lang buiten bent”, zegt Bernice, terwijl ze de laatste mossel verorbert. “Je moet weten hoe je lijf reageert als je tien uur in de kou bezig bent met afzien. Voor de Everest heb ik ‘s winters alle Via Ferrata’s gedaan, dat is een parcours over rotsen met staalkabels die in de rotsen vastgepind zijn, waaraan je met een tuigje vast zit. Op de Everest loop je ook over ladders. Dat is de essentie van trainen; je moet zoveel mogelijk de omstandigheden nabootsen in je training, die je straks te wachten staan. Vandaar die vijf autobanden over het strand. Weliswaar geen poolijs, maar wel honderd kilo.”