De hond van mijn broer kan hard rennen, maar vandaag rende hij wel heel hard.
‘Mooi hè’, klinkt het.
Een ouder echtpaar.
James is intussen op topsnelheid. Hij wordt achterna gezeten door een enge gemuilkorfde hond.
‘Mooi hè’, klinkt het opnieuw. Gevolgd door: ‘Is het ook een Padenco?’
James vlucht de zee in.
‘Mevrouw, is het ook een Padenco?’
‘Sorry?’
‘Uw hond. Is dat ook een Padenco?’
‘Hij is van mijn broer’, zeg ik en zie James als een stip verdwijnen. De fokking gemuilkorfde whatever Padenco zit nog altijd achter hem aan.
‘Nee’, zegt de vrouw tegen haar man, ‘het kan geen Padenco zijn. Die hebben spitsere oren. Maar hij komt wel uit Spanje zeker?’
Ik knik.
‘Dus toch..!’ zegt de man.
Daar zul je James weer hebben, met de muilkorf achter hem aan. Hij vlucht opnieuw de zee in.
‘Uw hond heeft gewonnen hoor’, lacht ze.
‘Ik maak me een beetje zorgen om die muilkorf’, zeg ik, wetende dat James niet eeuwig in zee kan blijven.
‘Welnééé!’
Het echtpaar wuift mijn zorgen weg. ‘Die zit er alleen omdat hij anders alles opeet.’
James bijvoorbeeld, denk ik.
Niet veel later begint het hele ritueel opnieuw.
‘Mooi hè’, zegt het echtpaar.