Drank maakt depressief

Het is bekend. Drank maakt depressief. De vraag is alleen: wat is er eerder? De dip of de dorst? “Ochtends ben ik angstig. Ik kijk overal, in alle kastjes, zelfs in de prullenbak. Ik móet drinken. Die eerste twee biertjes zijn echt heel belangrijk voor me.” Over de 24-uurseconomie in je hoofd als je een depressie met drank bestrijdt.

Door: Nicolline van der Spek; foto: Free Images

‘Hij blijft wel lang weg’, zucht Lisa (45) voor de tweede keer in amper tien minuten tijd. ‘Sorry hoor’, zegt ze en staat op om op haar bed te gaan zitten. Op het tafeltje ernaast staat een koektrommel. Ze opent hem, op zoek naar een pakje shag, dat ze niet vindt. Wachten dus. Op haar vriend, die bier haalt.  Ze kijkt op de klok aan de muur en tikt nerveus met haar vingers op haar knie. Later vertelt ze dat ze in haar jeugd veel is gepest en dat haar ouders, toen ze zeventien was, zijn omgekomen bij een auto-ongeluk. Haar vader zat dronken achter het stuur. Ze zou nooit drinken, had ze tegen zichzelf gezegd, tot ze haar vriendje ontmoette, die alcoholist is. Ze is gaan meedrinken en werd zwaar depressief. Vorig jaar heeft ze nog een zelfmoordpoging gedaan. De vraag is: wat was er eerder? De dip of de dorst?

Grip
Verslavingsarts Gert van Riel: ‘Heeft iemand last van een hanteerbare depressie, dan kijken we eerst wat er gebeurt als degene stopt of mindert met de alcohol. In 80 tot 90 % van de gevallen verdwijnen de gevoelens van depressiviteit na zes tot zeven weken te zijn gestopt of geminderd. Als iemand zeven dagen per week flink drinkt, heeft het geen zin om een dagje níet te drinken. Dat geeft juist alleen maar extra risico’s op onthoudingsverschijnselen. Het beste is om je leven weer op orde te krijgen, en daarna langzaam af te bouwen. We zien vaak dat dit laatste vanzelf gaat als er meer structuur is in iemands leven. ’
Lisa doet wat ze kan om grip op haar situatie te krijgen. Vroeger op zondag bijvoorbeeld – toen de winkels nog dicht waren – moest ze zuinig zijn op haar biertjes. ‘Ik verdeelde ze dan over de dag. Soms lukte het me zelfs om dat laatste biertje níet te nemen. Die stond er dan nog gewoon de volgende dag. Nou dat lukt me tegenwoordig echt niet meer.’

Nare dromen
We zitten naast elkaar in Lisa’s  kamer, die uitkijkt op de A-28. De kamer is klein, maar efficiënt ingericht: tegen de muur staat een eenpersoonsbed met daarbovenop drie pluche knuffels. Op de grond staan een CD-speler, een tv en twee zwartleren fauteuiltjes. Tegenover het bed een keukenblok met een lege ijskast. Lisa is netjes. Alles in haar kamer heeft zijn vaste plek, uitgezonderd het bier. ‘Als ik dat in de ijskast bewaar, is het zo weg.’
Opnieuw staat ze halverwege het gesprek plotseling op. Ze loopt de gang op, omdat ze de hond hoort blaffen. Dat betekent dat haar vriend gearriveerd is met het bier.  Of nee, toch niet… godverdomme! Waar blijft hij nou.

Zelfmedicatie

‘Of de drank me angstig maakt?’ Lisa denkt na, zegt dan: ‘Ik krijg er nare dromen van. En ik slaap heel onrustig, lig vreselijk te draaien in bed. ’s Ochtends ben ik angstig. Ik kijk overal, in alle kastjes, zelfs in de prullenbak. Ik móet drinken. Die eerste twee biertjes zijn echt heel belangrijk voor me.’

‘Je kunt nare gevoelens wegdrinken’, aldus Van Riel, ‘maar de angst verdwijnt er niet mee. Sterker nog, je houdt het er alleen maar mee in stand. Het is een soort vicieuze cirkel, een 24-uurs economie. Om in de rij van de supermarkt niet angstig te worden, beginnen mensen gelijk te drinken zodra ze wakker worden. De vraag is: wat was er eerder? Soms blijven mensen angstig of wordt de angst zelfs erger als ze stoppen met drinken. Dan was de alcohol al die tijd een vorm van ‘zelfmedicatie’. Blijkt dat iemand bijvoorbeeld op de middelbare school onzeker was en is hij daarom veel gaan drinken, dan weten we dat er een sociale fobie aan de alcoholverslaving ten grondslag ligt. Dat is heel belangrijk om te weten. Alleen zo weten we aan welke volgorde we moeten denken van behandelen, en krijgt de gebruiker meer grip op zijn situatie. Hij of zij snapt wat de samenhang is, krijgt meer inzicht in zichzelf. En ook meer hoop, omdat hij of zij weet wat er eerst moet worden aangepakt: de angst of de alcohol.’

De eerste slok

Dan ineens staat haar vriend in de kamer, de plastic Aldi-tas een paar keer om zijn pols geslagen. Hij wil haar omhelzen, maar Lisa duwt haar vriend van zich af.  ‘Waar bleef je nou man?!’ zegt Lisa. Niet veel later opent ze een halve liter Schulten Bräu en zet ze het blik aan haar lippen voor de verlossende eerste slok. Het wachten is op het leeglopen van de dag.

Lisa is een pseudoniem