Een humaan detentiebeleid, daar moet je als land zuinig op zijn. Geestelijk verzorgers spelen een belangrijke rol. Maar ook de samenleving is aan zet.
# 1 Mensen komen slechter uit de gevangenis dan dat ze er in zijn gegaan
Eerst even dit: een mens zit niet voor niets in de gevangenis. Er is een delict gepleegd. De rechter acht het verstandig, ook naar het slachtoffer toe, dat de persoon achter de tralies verdwijnt. Maar is het humaan? “Detentie is een noodzakelijk kwaad”, stelt Hans Scheper, hoofd humanistisch geestelijke verzorging bij het ministerie van Justitie.
Het doel van straffen is vergelden. Mensen hebben iets verkeerds gedaan, daar moet de samenleving iets mee. Het andere doel is preventie. Mensen worden uit de samenleving gehaald om de samenleving te beschermen. Het derde doel is resocialisatie. Wie niet levenslang zit, komt een keer terug in de samenleving. Hopelijk als een beter mens. Helaas is dat laatste vaak niet het geval. Mensen komen slechter en met minder kansen uit de gevangenis, dan dat ze er in zijn gegaan.
Dat heeft voor een groot deel te maken met het verlies van regie. Scheper: “Voor mensen is autonomie belangrijk, een humanistisch begrip. Dat begint al in je kindertijd. Kinderen moet je leren zelfstandig keuzes te maken, daardoor floreren mensen en kunnen ze ook hun eigen plek in de samenleving innemen. In een gevangenis is eigenlijk het tegenovergestelde het geval. Je zit in een strak programma.”
Jodie Ras, humanistisch geestelijk verzorger in de PI in Almelo, sprak een aantal gedetineerden over het verlies van regie. Een gedetineerde vertelde: “Buiten leefde ik volkomen zelfstandig totdat ik hierbinnen kwam en volledig afhankelijk werd gemaakt. Van het zien van familie of het nemen van aspirine als je hoofdpijn hebt, overal moet je om vragen. En de arbeid moet zogenaamd passend zijn voor ieder. Iedereen moet het kunnen doen, maar het is infantiel en daardoor geestdodend werk. Het enige dat je kunt doen, is het allemaal over je heen laten komen.” Zorgelijk, vindt Ras: “Het ontnemen van vrijheid gaat samen met het ontnemen van de regie. Logisch natuurlijk, in een gevangenis, maar fatalisme, aangeleerde hulpeloosheid en apathie liggen al snel op de loer: het maakt weinig uit wat je doet, want er wordt toch voor en over je beslist. Het vergt een hoge mate van mentale veerkracht om bestand te zijn tegen deze, wat een gedetineerde noemde, infantilisering, en jezelf als een zelf handelende en zelf bepalende entiteit te blijven zien.”
Het is zelfs schadelijk, zo blijkt uit meerdere onderzoeken. Scheper noemt het onderzoek van Jesse Meijers. Volgens deze neuropsycholoog vermindert opsluiting de kans op succesvolle resocialisatie. Door de prikkelarme omgeving verslapt het brein en wordt gedrag juist geagiteerder. “Al na drie maanden doet een prikkelarme omgeving zoals een gevangenis afbreuk aan iemands cognitieve vermogens. Gedetineerden kunnen zich slechter concentreren en hebben minder controle over hun gedrag.”
Om het gevangeniswezen te verrijken zijn prikkels nodig. Humanistisch geestelijk verzorgers bieden bezinningsbijeenkomsten aan. Ook kunnen de gedetineerden deelnemen aan de cursus Filosofie & Humanisme. Dat wekelijks uurtje filosoferen wordt ervaren als een bevrijding. Het is een manier om even uit de gevangenis in je hoofd te zijn en nieuwe inspiratie op te doen.
# 2 We hebben als samenleving ook een collectieve verantwoordelijkheid
Margriet Minnema werkt als humanistisch geestelijk verzorger in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam. Ze ziet een belangrijke rol weggelegd voor de samenleving als het gaat om een humaan detentiebeleid. Kijk niet alleen naar het individu, luidt haar betoog. “Vanuit het humanisme geloof ik dat ieder mens recht heeft en in staat is om keuzes te maken in het leven. Tegelijkertijd moeten we niet ontkennen dat deze individuele keuzes worden beïnvloed. We zijn allemaal verbonden met anderen, directe anderen, en de samenleving waarin we leven. Als collectief heb je dan ook de verantwoordelijkheid om iemand zo goed mogelijk op weg te helpen in het leven. Een delict terugbrengen naar de verantwoordelijkheid van de individuele dader alleen, is volgens mij de volstrekt verkeerde weg.”
Een delict terugbrengen naar de verantwoordelijkheid van de individuele dader alleen, is volgens mij de volstrekt verkeerde weg
Humanistisch geestelijk verzorger Jodie Ras komt met een simpel voorbeeld: “Als ik vanavond een lijntje coke of een pilletje neem – iets dat blijkbaar veel mensen doen – dan houd ik met mijn aankoop illegale handel en daarmee criminaliteit in stand. Misschien moeten we als samenleving iets vaker in de spiegel kijken over de dieperliggende oorzaken van delicten en niet alleen onze pijlen richten op het individu, die zogenaamd als enige ‘fout’ is en bestraft moet worden. Wat dragen we bij als samenleving?”
Betere zorg zou goed zijn. Ras: “Veel gedetineerden ervaren de tijd dat ze vastzitten als ‘verloren tijd’, tijd waar ze niets aan hebben gehad, tijd die hun niets heeft opgeleverd. Vaak gaat ‘de knop om’ om zo de tijd zo goed mogelijk door te komen en de sleur en verveling zo draaglijk mogelijk te maken. Ook doen ze vaak criminele contacten op of leren hoe bij een volgend delict uit handen van Justitie te blijven. Wat ik terug hoor van gedetineerden is dat het mooi zou zijn als dat wanneer zij gemotiveerd zijn te werken aan een stabiele leven buiten en criminaliteit achter zich willen laten zij ook daadwerkelijk daarin gesteund worden. Het onderscheid wie werkelijk gemotiveerd is, is niet altijd makkelijk te maken.”
“Natuurlijk dienen we als samenleving ook verantwoordelijkheid te dragen voor de schade richting het slachtoffer”, vult Margriet aan, “maar dat hoeft niet haaks te staan op goede zorg en betere omstandigheden voor gedetineerden en ex-gedetineerden. Daar is wat mij betreft nu niet genoeg oog voor. Alleen maar straffen en afschrikken heeft nooit een positief effect. Over ex-gedetineerden gesproken, levensvragen stoppen niet bij het verlaten van de gevangenis. Dan begint het pas, zou ik bijna willen zeggen. Misschien zou er ook voor hen geestelijke verzorging moeten zijn.”
# 3 Hoe menselijker het detentiebeleid, hoe veiliger de samenleving
Het ligt politiek gevoelig: praten over een humaan detentiebeleid. Zeker in Nederland, want was het hier niet al een soort hotel? “We zien een verharding in hoe er in Nederland naar gedetineerden wordt gekeken”, merkt humanistisch geestelijk verzorger Margriet Minnema op. “De straffen worden hoger en er lijkt minder ruimte voor maatwerk en re-integratie.” Daar word je als samenleving niet beter van.
Bart Bultinck verwoordde het mooi: ‘Hoe menselijker het gevangenisregime, hoe veiliger de samenleving’, schreef de Knack-hoofdredacteur in 2021 in zijn opinietijdschrift. Het stuk gaat over het Belgische gevangeniswezen, die een slechte reputatie zou hebben en waar niemand bij gebaat is, omdat het alleen maar schade toebrengt, zowel voor de gedetineerde als de samenleving. Bultinck eindigt zijn stuk met een pleidooi: “Het is tijd om grote stappen te zetten in de richting van een menselijk, pragmatisch en efficiënt detentiebeleid: hoe menselijker het regime, hoe veiliger de samenleving. Wie het niet voor de rechten van de mens wil doen, die moet het dan maar doen uit welbegrepen eigenbelang.”
Nederland is geen België. We hebben een relatief humaan detentiebeleid, aldus Hans Scheper, hoofd humanistisch geestelijke verzorging bij het ministerie van Justitie. Zeker als je het in internationaal perspectief plaatst. En daar moeten we zuinig op zijn. Hij onderschrijft de stelling: hoe menselijker het detentiebeleid, hoe veiliger de samenleving.
“Menselijk is om te beginnen rekening houden met wie je voor je hebt. Je kunt drie soorten gedetineerden onderscheiden: mad, sad en bad. De ‘mad’ zijn mensen die kampen me psychische problemen of een lage verstandelijke beperking hebben. Moet je die opsluiten in een gevangenis? Dat zou eigenlijk niet moeten, maar dat doen we wel in sommige gevallen. Dan heb je nog de categorie ‘sad’: mensen die zich onder groepsdruk hebben laten verleiden bijvoorbeeld, daar zit ook iets tragisch in. Zou je daar toch niet beter een soort opvoedings- of begeleidingstraject op moeten zetten?”
Over de laatste categorie is Scheper kort: “De bad. Dat zijn mensen die echt kiezen voor de criminaliteit en daar zijn gevangenissen in wezen voor bedoeld. Niet voor de mad en de sad. Daar zou veel meer begeleiding voor moeten zijn.”
Geestelijk verzorging speelt een belangrijke rol in een humaan detentiebeleid, aldus Scheper. “Alleen al hun aanwezigheid voegt iets toe. Gedetineerden kunnen in gesprek gaan over existentiële en levensbeschouwelijke vragen, daar heb je recht op in de gevangenis. De ruimte om bij deze vragen stil te staan sluit aan bij een diep menselijke verlangen”. Er zijn verschillende gezindten mogelijk. De humanistisch geestelijk verzorgers zijn benoemd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid op voordracht van het Humanistisch Verbond. Behalve gesprekken en wekelijkse bezinningsbijeenkomsten organiseren we binnen de gevangenis de cursus Filosofie en Humanisme. Dan beginnen we als volgt: Humanisme is een visie op de mens waarbij de mens centraal staat, de mens is vrij maar ook verantwoordelijk om zelf iets van zijn leven te maken. Dat laatste is natuurlijk lastig als je je autonomie kwijt bent, maar in de cursus laten we gedetineerden nadenken over hun toekomst. We geven ze perspectief mee door te benadrukken dat ze zelf verantwoordelijkheid zijn voor het vormgeven van hun leven. Jij bent aan zet. Natuurlijk is er aandacht voor de tragiek, maar uiteindelijk wil je als humanistisch geestelijk verzorger de gedetineerde vooral vooruit helpen.”
Dit stuk is gepubliceerd op de website van het Humanistisch Verbond (juni 2023)