Stoppen met Coke

Hoe stop je na twintig jaar intensief gebruik met coke? Het verhaal van een volhouder, Sanne van Heems (47). ‘Je moet je goed voorbereiden.’

Door: Nicolline van der Spek, foto: Merlijn Michon

“Ik werkte jarenlang in de horeca van Amsterdam en zat er met mijn neus bovenop. Overal was wiet, coke en gratis drank. Wiet gebruikte ik elke dag en ik nam me elke dag voor er mee te stoppen. Eigenlijk altijd zodra het zakje leeg was, maar dat zakje was natuurlijk nooit op het juiste moment leeg. Het zakje was bijvoorbeeld midden op de dag leeg. Lekker dan, want ik wilde nog wel even de dag een beetje chill afmaken. Ging ik toch weer een nieuw zakje kopen. Coke gebruikte ik maar eens in de maand. Maar in die maand moest er wél gesnoven worden. Ging ik over die maand heen, dan werd ik onrustig. Dat tijdsverloop zat gewoon in mijn hoofd. Dat is het verneukeratieve van coke, als er eenmaal een ritme in zit, krijg je dat er maar moeilijk uit.”

Stappenplan

“Op 1 januari stoppen met coke slaat nergens op,” aldus Sanne. “Dan staat de gemiddelde cokeverslaafde nog hartstikke strak. Je moet je goed voorbereiden en kan dus beter op 1 februari stoppen.

Ten eerste moet je je omgeving vertellen wat je van plan bent, dan weten ze waarom je reageert zoals je reageert. Ten tweede moet je korte metten maken met alle mogelijke triggers. In mijn geval met spiegels, het toilet, marmeren platen, rietjes, pasjes, aluminiumfolie, lepels en pinautomaten.” Sanne knipt kort met zijn vingers. “Daarmee zet ik mezelf op scherp. Knippen met mijn vingers staat voor ‘even alert blijven jongen. Dit gaan we dus niet doen. Het is maar een pinautomaat. Je hoeft geen 50 euro te pinnen’.”

Als derde to do noemt Sanne: “meld je aan bij een groep. Want alleen kun je het niet. Dat moet je dan wel eerst durven toegeven. Hijzelf ging naar de Jellinek. ‘Dan zit je dus tussen allemaal losers. Het laatste wat je wilt is dat je uit een groep losers wordt gekickt, want dan ben je de über-loser. Voor mezelf had ik ook gelijk een target gesteld. Ik wilde het hoe dan ook langer volhouden dan de jongen die naast me zat. [grote lach]. Ja, ik ben nogal competitief ingesteld.’

Het is hem gelukt. Tot op de dag van vandaag gaat er niets zijn neusgaten in. En dat na 20 jaar intensief gebruik.”

‘Trek’, het touwtje dat aan je trekt

“Er is altijd dat touwtje dat aan je trekt. Het begint met denken aan coke. In je hoofd ben je al bezig om je te verkneukelen over hoe lekker het straks zal zijn om te gebruiken. Je hersenen bereiden zich daar op voor. Er worden allerlei stofjes in gereedheid gebracht. Dan ineens moet je tegen jezelf zeggen: ‘jammer jongen, gaat niet gebeuren’. Dat is moeilijk natuurlijk. Het duurt ook even voordat die stofjes in je hoofd weer zijn afgebroken en je terug op de 0-lijn zit. Het beste is: weggaan. Krijg je trek, ga weg uit huis, ga sporten. Vlucht. Anders blijft de verslaving aan je trekken.”

Erehaag voor dopaminen

Makkelijker gezegd dan gedaan, weet Sanne als geen ander. De receptoren in zijn hersenen vormden ruim 20 jaar een erehaag voor allerhande dopaminen. Maar in 2007 besloot hij definitief een streep onder zijn verslaving te zetten. Hij realiseerde zich dat hij niet meer goed voor zijn kinderen kon zorgen. Dat was voor hem de grens. Hij meldde zich bij de Jellinek, zocht afleiding in de sportschool (“ik was natuurlijk weer heel fanatiek”), had twee banen tegelijk en ging uiteindelijk psychologie studeren. Twee jaar geleden studeerde hij af. Nu werkt hij als psycholoog bij 113 Zelfmoordpreventie en is hij aan zijn leven 2.0 begonnen, zoals hij dat zelf noemt.

Ervaringsdeskundige coach

In zijn vrije tijd is Sanne coach bij De Regenboog Groep. Vanuit zijn eigen ervaring helpt hij mensen, die net uit behandeling komen: “De eerste tijd vraag ik hen de lastige situaties in kaart te brengen tussen nu en onze volgende afspraak: ‘Denk aan verjaardagen waar alcohol geschonken wordt en feesten in de stad, zoals Koningsdag Hoe ga je dat opvangen?’ vraag ik dan. Op een gegeven moment gaan mensen dit voor zichzelf doen en dat is precies waar ik ze hebben wil. Je moet er heel bewust mee omgaan. Zeker als je net uit een dagbehandeling komt, moet je weten welke situaties voor jou gevaarlijk zijn. Daar moet je alert op zijn en het liefst op anticiperen. Je moet altijd een vluchtplan hebben en weten wie je kan bellen als je in de verleiding komt.

Voorbeeld: je weet dat je straks geheid die ene persoon weer tegenkomt op een feestje. Dilemma, want jullie gingen vroeger altijd samen zuipen. De kans op terugval is groot. Stel jezelf dan de vraag: hoe belangrijk is dat feestje? Je kan ook afbellen namelijk. Na een jaar kun je weer naar alle feestjes.

De trek is tegen die tijd veel minder geworden. Bovendien heb je voor jezelf bewezen dat je het onder controle hebt. De schaamte is vaak ook weg. Je durft aan mensen te vertellen over je problemen met drank, waardoor je bondgenoten krijgt op feestjes: Hé, voor hem een Spa Rood hè.”

Onder een verslaving zit soms een heel ander persoon.

“Voor alle verslavingen, groot en klein geldt: je zal voor jezelf het wiel opnieuw moeten uitvinden. Onder een verslaving zit soms een heel ander persoon. Die komt dan ineens tevoorschijn. Mijn ervaring is dat mensen die gebruiken doorgaans wat toeschietelijker zijn. In werkelijkheid onderdrukken ze alles wat ze niet prettig vinden. Daar leggen ze een hele dikke deken van de roes overheen. Als die deken weggetrokken wordt, kom je mijn inziens bij de kern van elke verslaving: verdrongen emoties. Daar moet je mee aan de slag. Dat heb ik ook gedaan. Vandaar dat ik het ook al meer dan tien jaar volhoud.”

 

Dit verhaal is gepubliceerd op de website van De Regenboog Groep.