Van inloophuis naar eigen huis

Voordeuren heb je in alle soorten en maten. Die van Nelis (58) is wel heel speciaal, omdat hij er 18 jaar op heeft moeten wachten. “Mijn eigen woninkie, ik kan wel janken.”

Handen als kolenschoppen en een lengte van tenminste twee meter. Nelis is de naam! Althans de schuilnaam: “Ik woon nu in een hele sjieke kaaskoppenbeurt en wil geen gajes aan mijn deur.” Wel wil hij zijn verhaal onder een andere naam vertellen. Maar eerst thee. De grote vriendelijke reus loopt zo trots als een pauw naar zijn eigen keuken en schenkt de thee in. In nota bene goudgerande kopjes!

“Allemaal gekregen”, lacht hij alsof hij zich moet verontschuldigen. “Net als mijn meubels en dat kastje waar de tv op staat. Eigenlijk heb ik alles gekregen.”

De telefoon gaat.

“Een koelkast zeg je. Ja maar ik heb helemaal geen centen. Gratis! Echt?”

Tranen.

Sinds 2001 staat Nelis al ingeschreven voor een woning. Nooit prijs. Hij woonde antikraak of sliep bij vrienden op de bank. Een paar maanden geleden kwam deze woning vrij. “Ik wist niet wat ik hoorde. Ik was de zesde in de rij, en gaf mezelf geen schijn van kans, maar ineens werd ik gebeld: we hebben een woning voor u. In de Rivierenbuurt nog wel. Ik kon wel janken!”

Ontslag

Nelis heeft zijn leven lang gewerkt, met name in de bouw. Hij is ook glazenwasser geweest, en heeft als verhuizer gewerkt. In 2013 is hij op straat gezet om sociaal-economische redenen.

“Ik heb me suf gesolliciteerd, maar ze vonden me overal te oud. Ik kreeg slaapproblemen, en greep naar de fles: “Ik ben een kerel, wat denk je. Ik ging keilen.”

Hij zat dagen in het Vondelpark, waar hij ondanks zijn lengte als een zielig hoopje op verschillende bankjes zat te kniezen. “Toen kwam ik L. tegen, een rastafari. Wat zit je daar nou man? zei die gast. Weet je wel dat je daar en daar soep kunt krijgen. Ik ben toen bij Oud-West terechtgekomen, een inloophuis van De Regenboog Groep op de Bilderdijkstraat. Daarna kwam alles op zijn pootjes terecht.”

Eelt

“Via Homeservice, een project van De Regenboog Groep, kon ik aan de slag als verhuizer. Ik heb heel veel ervaring, maar die andere jongens van de Regenboog stonden heel stom te kijken. We moesten een oude wasmachine aanslaan. Dat is zwevend beton zo’n machine. Die moet je echt inpakken als een cadeautje, anders gaat het mis. Vierpuntsbelasting. Daar hadden ze nog nooit van gehoord. Dus ik alles uitleggen. Prachtig. Weet je, mijn zelfvertrouwen was nog maar zó klein.” Nelis perst zijn duim en wijsvinger op elkaar. Nu voelt hij weer bloed door zijn spieren en komt ook het eelt op zijn handen langzaam terug. “Na vier jaar op de bank zitten, was al het eelt verdwenen. Nu voel ik me weer man.”

Nelis is een pseudoniem.

Foto: Merlijn Michon