Foto: Niolline van der Spek
Dit verhaal is geschreven door Nicolline van der Spek | Freelance schrijver | Inzetbaar voor: online copy * jaarverslagen * reizen/travel * interviews * achtergrondverhalen * SEO * commercieel * redactioneel * nieuwsbrieven – contact?
TIROL GAAT LOS
Zodra het loof verkleurt trekt de bourgeoisie naar de boerderijen om zich te laven aan het goede leven, dat hier in de herfst bijna uit zijn voegen barst. ‘Törggelen’(*) heet dat. Overdag ga je wandelen met hoog boven de geluidsgrens Gaudí’s Sagrada Familia: bergen als kathedralen. Nog even en ik ga in God geloven.
(*)Törggelen’ is afgeleid van het oud Zuid-Tiroolse woord ‘torggl’, dat ‘druivenpers’ betekent. Vroeger kwamen de boeren bij elkaar over de vloer om de kwaliteit van de Nuien (jong wijn) te keuren. Men nam spek mee, brood en worst. Later werd het fenomeen ontdekt door de bourgeoisie uit de steden.
‘Törggelen is uniek in de wereld’, legt Peter Righ uit. Peter is naar eigen zeggen wereldkampieon Törggelen en heeft wel iets weg van Alain Delon. ‘Je komt bij mensen thuis, eet bij ze in de woonkamer, terwijl de Heilige Maagd Maria over je schouder meekijkt.’
Dan: ‘Weet je trouwens dat je elkaar recht in de ogen moet aankijken als je proost?’
Ik voel een ‘want-anders…’ aankomen.
‘Kijk je elkaar niet recht in de ogen’, aldus Peter met het glas al bijna aan de lippen, ‘dan heb je zeven jaar slechte seks’.
Ik had het kunnen weten: Tirol.
Zum Prosit!
Ik törggel voor het eerst vanavond, maar kom er opvallend snel ‘in’, aangemoedigd door de lach van een vrouw achter me. Ze lacht zoals vrouwen deden in het jaren zeventig-publiek van The Mounties. Zo’n schelle lach van tam gevogelte dat met horten en stoten de huig passeert. Ze laat zich straks ongetwijfeld escorteren door de accordeonist, die met een beetje fantasie wel iets weg heeft van Piet Bambergen.
‘Weiter Spielen?’ vraagt de accordeonist met rood doorbloede wangen.
‘Ja’, gilt de vrouw , ‘aber laut.’
Weer die schelle lach.
Buiten wacht de winter, maar binnen is de wijn ng lang niet verdampt. Het kon wel eens laat worden.
We zijn te gast bij de familie Tauber, waar nog traditioneel op een houtkachel wordt gekookt. Spitsuur! Schoondochter doet de afwas en zit er helemaal doorheen. Mevrouw Tauber is een jaartje of zestig, schat ik, en nog volop in de running. Met een vakkundig op haar hoofd gebonden vlecht frituurt ze Schlutzkrapfen. Dat zijn een soort deegenvelopjes gevuld met marmelade. Binnen de traditionele boerenkeuken vormen ze het nagerecht en als zodanig een culinaire genadeklap na de machtige Gerstesuppe en Schlachtplatte met Hauswürsten en Süd-Tiroler Speck. Gelukkig ben ik de dag begonnen met een gezonde wandeling. Want ook dát is törggelen: je gaat eerst met zijn allen wandelen: de paden op, de lanen in. Overal Transavia-groene valleien met hoog boven de geluidsgrens Gaudí’s Sagrada Familia: bergen als kathedralen. Nog even en ik ga in God geloven.
Pompoenen
De volgende ochtend brengt Peter me naar Teis. Een klein dorpje waar het opvallend druk is. Wat me opvalt is dat alle bezoekers met een pompoen naar huis gaan. Op het dorpsplein ligt ’s morgens een grote berg pompoenen die aan het einde van de dag is geslonken tot een kleine stapel, vergelijkbaar met een gesmolten sneeuwpop. De pompoenen zijn gratis: plunderen maar. Iedereen wil de grootste. Een enkeling lijkt zelfs onder zijn buit te bezwijken.
Ik loop tegen de stroom in en wurm me tussen de bezoekers en hun pompoenen door naar de plek waar straks traditioneel zal worden gedanst. Onderweg ontmoet ik een aantal ‘konigingen’. De Speckkönigin, verkozen op het Villnösser Speckfest, en de bevallige Apfelkönigin, meisjes in dirne-kleding met de strik van hun schort uiteraard links gedragen, wat betekent dat ze nog zum haben zijn. Ben je getrouwd, dan moet de strik rechts worden gedragen. Misschien komt hier het woord ‘gestrikt’ vandaan, bedenk ik me, al gaat niet iedereen daar even zuiver mee om. ‘Mijn vriendin is gewoon getrouwd’, roddelt Brunhilde, ‘maar draagt haar strik altijd links.’
Leather boys
Tijd voor actie. In dit geval dijenkletsen, maar dan spectaculairder. Een rond houten tafelblad wordt gedragen door stevige Buben met flinke kuiten verpakt in witte kousen, daarboven een stukje bloot en dan het beroemde leer van de Lederhose. De accordeonist zet in, het publiek klapt. Godallemachtig… als de jongen een paar meter de lucht invliegt, wordt dijenkletsen een circus-act. Ik gil, want denk serieus dat de leather boy te pletter valt. Gebeurt niet. De acrobaat van de Alpen wordt keurig opgevangen door zijn maten waarbij de ‘dansende’ tafel als vangnet dient. Wel zie ik hem na afloop over zijn dijbeen wrijven, dat toch een beetje rood aan het worden is. Logisch, hout veert niet echt lekker mee.
‘Logisch’ is trouwens het stopwoordje hier, zonder onze harde ‘g’, dus op zijn Duits uitgesproken – ook weer logisch. Want je bent dan wel in Italië, iedereen spreekt hier Duits…wacht even, hoe zat het ook alweer?
Tweetalig
Na de Eerste Wereldoorlog wordt de zuidelijke helft van Tirol, het huidige Zuid-Tirol, toegewezen aan Italië. Ging niet zonder slag of stoot. De Tirolers, die door de Italianen snerend ‘Crucchi’s’ werden genoemd, afgeleid van het veelgehoorde ‘Grüss Gott’, voelden zich gar nicht Italiaans. Toch moesten ze zich aanpassen, zeker ten tijde van Mussolini die de Tirolers het Italiaans simpelweg door de strot duwde. Op scholen mocht alleen nog maar in het Italiaans worden lesgeven en ook op grafzerken mocht het Duits niet langer worden gebruikt.
Na de Tweede Wereldoorlog komt er een verdrag die de belangen van de Duitstalige minderheid moest beschermen. In de loop der jaren groeide de autonomie van de provincie en nu lijken de rollen te zijn omgedraaid. Tegenwoordig voelen de Italianen zich achtergesteld in Zuid-Tirol.
‘Wat voel jij je eigenlijk?’ vraag ik Peter. ‘Ben je nou een Italiaan of een Oostenrijker?’
‘Goede vraag’, lacht Peter. ‘Ik zeg altijd dat ik van de Alpen ben.’ Zijn moeder spreekt Duits, zijn vader Italiaans.
Lastig lijkt me, want hoe doe je dat tijdens een EK Voetbal, om maar eens wat te noemen?
‘Dan is het dus oorlog’, lacht Peter: Italië versus de Heimat. Gelukkig houdt hij niet van voetbal, ‘al die verhitte nationale sentimenten’. Peter is meer een man van de bergen. Op zijn zestiende reed hij met zijn Vespa 50 vanuit Bolzen naar de Dolomieten – een rit van meer dan 50 kilometer – voor zijn allereerste Via Ferrata. Verkocht.
Wist je dat?
De beroemde bergbeklimmer Reinhold Messner, die als eerste de Mount Everest (1978) heeft bedwongen zonder zuurstof, is geboren in het Zuid-Tiroolse Brixen. De man betekent veel voor de streek. Zo heeft de charismatische alpinist de provincie vijf musea geschonken. Zijn liefde voor het klimmen begon al vroeg. Zo bereikte hij als kind van vijf zijn eerste top, meegenomen aan de hand van zijn vader.
Hoe kom je er?
Auto
Afstand: Utrecht-Brixen: 972 km, tol: 5 euro. Frankfurt-Stuttgart-München-Innsbruck-Brennerpas-Bolzen.
Trein
De kortste treinroute is die via Keulen en München. Duur: gemiddeld 14 uur.
Vliegtuig
Dichtstbijzijnde luchthaven is Innsbruck (85 km).
Lezen
Buiten Bereik, auteur: Tim Parks, 284 pagina’s, uitgeverij: Arbeiderspers. Plot: populaire tv-presentator en overtuigd Bourgondiër trekt zich voor langere tijd terug in een afgelegen berghut in Zuid-Tirol en overdenkt zijn zonden. Leuke karakterschets van de Tiroler (eet)cultuur.
Törggelen
Van oktober tot december kun je bij 70 boerencafés ’s middags en ’s avonds aanschuiven voor het proeven van de nieuwe wijn en het nuttige van een boerenmaaltijd, bestaande uit knoedels, krapfen (gevulde deegenvelopjes), zuurkool, spek en worst. Reserveren is een must. Populaire törggelstubes zijn Glangerhof en Wöhrmannhof, beide in Feldthurns.
Wijn
Zuid-Tirol produceert 22 soorten wijnen, waarvan Vernatsch, Kerner, Sylvaner, Lagrein en Gewürtztaminer de bekendste zijn. Persoonlijke toppers: Kerner (wit) voor bij de lunch en Lagrein (rood) voor bij het avondeten.