Er belt bijna nooit iemand aan

De sticker op de voordeur voorspelt niet veel goeds: these premises are protected by an attack cat. Valt reuze mee… Er wordt opengedaan door een boomlange goedlachse man op sokken in Regenboog-kleuren. “Ja, ik houd niet van die saaie mannensokken.”

Bas Reijerkerk (44) woont al sinds 1993 in de Tweede van Swindenstraat. Vanuit zijn woonkamer kijk je zo op het Dapperplein met gelijknamige markt. Een gezellige drukte. Bas heeft een vorm van autisme en kan niet zo goed tegen drukte. Eén-op-één contacten gaan hem goed af, maar in een groep voelt hij zich niet prettig. “Als ik een uitnodiging krijg voor een feest, blijf ik meestal thuis.” Veel aangebeld wordt er niet. Eén keer per week door iemand van het Leger des Heils en één keer per twee weken door zijn maatje van de Amsterdamse Vriendendiensten. “Daar verheug ik me altijd op”, zegt Bas terwijl hij achter zijn computer zit en continu trekjes neemt van een elektrische waterpijp. “Tot twee jaar terug rookte ik een pakje shag per dag. Dit is veel goedkoper, én gezonder.”

Bas besteedt het grootste deel van zijn tijd aan het doen van computerspelletjes. Ingress, de voorloper van Pokémon Go, is veruit favoriet. Hij speelt het dag, én nacht. Soms gaat hij pas om acht uur ‘s ochtends naar bed. Het logo op zijn t-shirt is ook van Ingress. Kenners zien het meteen. Bas hoort bij de enlightenend, het groene kamp. Er verschijnt een lach op zijn gezicht: “Niet verder vertellen hoor, maar vannacht gaan we een veld leggen over een aantal Smurfen in het centrum. Daar zitten heel veel jongens uit het blauwe kamp.”

Over een paar weken gaat hij naar Keulen voor een bijeenkomst van Ingress. “Doodeng”, bekent Bas. “Ik ben al dagen bezig met het uitzoeken van treintijden. Ik maak voor mezelf allemaal lijstjes van hoe laat ik waar moet zijn. Ik vind het eng, maar ik doe het toch. Dat doe ik bewust. Anders kom je nergens. Zo doe ik ook nog minimaal één avond in de week aan vrijwilligerswerk. Ik ben dan gastheer van een verdieping van Woonzorgcentrum De Gooyer, hier om de hoek. ’s Avonds doe ik vaak nog de koffieronde door het hele gebouw heen. Zo kom ik toch nog een beetje onder de mensen.”

(*) ‘Smurfen’ is de bijnaam voor het blauwe kamp binnen Ingress. Deze groep profileert zich als The Resistance. Overigens wordt het groene kamp ‘Kikkers’ genoemd.

De Amsterdamse Vriendendiensten zet zich al meer dan 20 jaar in voor mensen met psychiatrische problemen die zich eenzaam voelen en behoefte hebben aan contact. Dat doen ze door het tot stand brengen van maatjescontact tussen een vrijwilliger en een deelnemer.

Foto: Merlijn Michon.