Op het Kroatische eiland Korčula heb ik afgesproken met Stanka, een dame van 67 jaar die ons alles kan vertellen over Korčula. Haar stad zou je een klein Dubrovnik kunnen noemen. Alleen is het stadje veel minder druk en als zodanig een aanrader. Ik vraag naar het geboortehuis van Marco Polo, die hier geboren zou zijn. Dat is nooit helemaal bewezen, weerlegt Stanka. De oud-lerares Latijn is fier op feiten. Ook was ze lange tijd hoofd van het Bureau Toerisme op Korčula. Ten tijde van de oorlog begeleidde ze een operatie, waarbij overnight 10.000 hotelgasten van haar eiland werden geëvacueerd. De hotelbedden maakten plaats voor 8.000 Bosnische vluchtingen. Ik zie het Stanka zo doen. Strijdvaardig doch zonder snor is ze het type vrouw waar zelfs maarschalk Tito bleek bij afsteekt.
‘Kom’, zegt ze, en knijpt me in mijn arm, me meeslepend naar een klein kerkje. Ze wil een kaarsje opsteken voor Julian, begrijp ik: een 14 jarige Duitse jongen uit Wiesbaden, die ze deze zomer bijles Latijn heeft gegeven. Vandaag krijgt hij de uitslag van zijn examen. Guess what… we zijn de kerk nog niet uit of haar GSM gaat af: geslaagd. Stanka geeft me spontaan een knuffel. ‘O ja’, zegt ze daarna en wijst naar links: ‘Dat daar is het geboortehuis van Marco Polo’. Het huis staat pal naast het kerkje waar we zojuist binnen waren. Stanka is niet onder de indruk. Zolang het niet zeker is dat de beroemde ontdekkingsreiziger hier geboren is, telt het niet. Ze heeft een beter plan. We gaan lunchen: Pašticada met een glaasje Pošip, een traditioneel Dalmatisch vleesgerecht met witte wijn van het eiland. Ik ben eruit. Mocht mijn zoon ooit bijles nodig hebben, dan weet ik waar mijn vakantie naartoe gaat.