Een slecht perenjaar

De hazelaaar is uitgekomen, de es, het speenkruid en de dotterbloem. Nederland staat in bloei, maar nergens voller dan in de Betuwe. Het stukje Nederland dat zo prachtig is bezongen door Dolf Brouwers. Hij deed het ook in 1978 aan tafel bij Sonja Barend. In de bewuste tv-show werd Brouwers, alias Sjef van Oekel, uitgeroepen tot meest irritante Nederlander van het jaar, wat hem niet belette het lied ‘Eens zal de Betuwe in bloei weer staan’ in te zetten. Op de televisie-beelden kijkt hij de lente recht in de ogen. Sonja bloost. Net als de Betuwe doet.

Marius bloost niet. Ik ben begin mei in Tricht en hoor hem een paar keer zuchten. Marius is fruitteler. Dan, het verlossende woord:

‘Het is een slecht perenjaar.’

Klagend leidt hij me rond door zijn boomgaard. ‘In januari was het heel warm’, krijg ik uitgelegd. ‘Alles liep uit. Maar in februari ging het ineens heel hard vriezen. We hebben toen een dag -20 gehad. Leuk voor liefhebbers van de Elfstedentocht, al ging hij op het allerlaatste moment niet door, maar fruit – peren in het bijzonder – kunnen heel slecht tegen vorst.’

Marius stopt even, omdat hij een telefoontje krijgt. Met één hand pakt hij zijn i-phone uit zijn broekzak. ‘Sorry hoor, deze moest ik even aannemen,’ verontschuldigt hij zich even later. Dan, gegrepen door de wereld van de social media laat hij mij ongevraagd zijn tweets en posts op facebook zien. ‘Kijk’, zegt hij: ‘Een tweet van mijn boomkweker. Hij heeft griep. Even retweeten en beterschap wensen.’

Een fruitmand, denk ik nog, maar doe er het zwijgen toe: een slecht perenjaar.