Trentino

Home

Dit verhaal is geschreven door Nicolline van der Spek | Freelance schrijver | Inzetbaar voor: online copy * jaarverslagen * reizen/travel * interviews * achtergrondverhalen * SEO * commercieel * redactioneel * nieuwsbrieven –  contact?

Foto: Margriet Spangenberg

DE RAFELRANDEN VAN DE HEMEL

De Noord-Italiaanse provincie Trentino is met zijn mintgroene meren en bergen als kathedralen een ideale bestemming voor buitensporters. Afzien? Je kunt het zo zwaar maken als je zelf wilt. Op profielzoelen en dikke banden langs de bleke dijen van de Dolomieten. Plus: de verplichte rustdag in het prachtige Trento.

HIKEN

BEREN OP DE WEG

Wandelen in Trentino is kiezen uit een menukaart met honderden gerechten. Honger krijg je ervan. Bedekt met een fijnmazig net van 800 trails kun je er vijfduizend kilometer afleggen, en overal is het even mooi.

Wij kiezen uiteindelijk voor het Adamello Brenta Park, waar de Centrale Alpen de Dolomieten ontmoeten. Het reservaat is één van de grootste beschermde natuurgebieden van de Alpen met toppen tot drieduizend meter. De wandeling (340/319) begint in Molveno, eerlijker: bij de kabelbaan van Molveno. Doel vormt Rigugio Croz dell’ Altissimo, een berghut op een hoogte van 1480 meter. Daar wacht ons de onvermijdelijke polenta, een nogal machtig streekgerecht gemaakt van maïsgriesmeel, één hap en de ‘afterlunchdip’ is een feit. U begrijpt: we hebben geen haast. Het uitzicht werkt het tempo ook bepaald niet in de hand. Boven je grijnzen de indrukwekkende hoektanden van de Dolomieten, onder je schittert het meer van Molveno dat zich na Lago di Garda het grootste van Trentino mag noemen. Te vaak wil je even stoppen, zoals je in een goed restaurant zo nu en dan je mes en vork even neerlegt om nóg beter te kunnen proeven. De nevel die een paar uur geleden nog als ijsblauw engelenhaar boven het meer van Molveno hing, is opgetrokken. Het is verdrongen door hard septemberlicht dat het water heeft gestold in mintgroen marmer.

Adamello Brenta Park

Wat wél weer een zekere haast in de hand werkt, is de fauna van het gebied. Het Adamello Brenta Park is de natuurlijke habitat van de bruine beer. In 1996 leefden er in de regio nog maar vier, en om de populatie op peil te houden startte de provincie samen met het Italiaanse Wildlife Instituut in 1999 een herintroductieprogramma. Slovenië had nog wel wat beren over, negen om precies te zijn. Dat zijn er inmiddels dertig geworden, want beren zitten niet stil. En zeker de beren van Italië niet. Misschien herinnert u zich Bruno, de beer die in 2006 bijna voor een diplomatieke rel zorgde tussen Duitsland en Italië door helemaal naar Beieren te lopen. De Duitse autoriteiten hadden al vroeg besloten het dier te laten doden, maar dat leidde tot grote protesten. Andere boeg. Bruno moest worden gevangen, waarvoor destijds zelfs speciale speurhonden uit Finland werden ingezet. ‘Maar Bruno was iedereen te slim af’, schreef de Gelderlander.‘Een aanbod van een berentemmer om de bronstige berin Nora in te zetten om Bruno te lokken, stuitte op het probleem dat de beer nog te jong is om voor vrouwelijk charmes te vallen. Intussen liet het dier een bloedig spoor van dode schapen en kippen na.’

Je moet je klein maken

De kans dat we daadwerkelijk een beer zullen tegenkomen is klein, maar toch. Je moet ‘gewoon’ een stap opzij doen, leer ik van de fotografe die wel eens een beer is tegengekomen in Canada. Ik moet de beer vooral niet in de weg lopen, zeg maar. Ook leer ik dat ik me klein moet maken, dus in elkaar moet duiken, want rechtop staan, is een teken van agressie.

For your information: we komen alleen een eekhoorn tegen.

Pas later komen de verhalen. Ik had het nog niet gehoord? Twee weken geleden… van die moutainbiker in de buurt van Spormaggiore die achterna gezeten is door een beer? Of dat verhaal van die berin met kleintjes die een kijkje kwam nemen op de skipistes van Madonna di Campíglio? Zorgde voor hilarische taferelen, omdat iedereen dacht dat het een attractie was.

Mooiste constructie ter wereld’

We lopen inmiddels een klein uur, en met elk stap wordt het ontvangst van mijn GSM slechter en het uitzicht grootser. Weg van de wereld: stilte.

De 340 loopt pal langs een steile rotswand, waarbij je een prachtig panorama hebt op de rafelranden van de Brenta Dolomieten. Ze steken lukraak omhoog, een beetje zoals de eerste grote mensentanden bij kinderen. Bergen met ribbeltjes, door God persoonlijk met een grote kartelschaar bewerkt. De rafelranden van de hemel. Maar ook Antoní Gaudí schiet door mijn hoofd: de Sagrada Familía met zijn grillige torenspitsen. Een ander beroemd architect, Le Corbusier, noemde de Dolomieten ‘de mooiste constructie van de wereld.’ De ‘bleke bergen’ (Monti Pallidi) heetten ze lange tijd in de volksmond. Pas in 1791 kreeg het 200 miljoen jaar oude gebergte de naam ‘Dolomieten’ toen de Franse geoloog Déodat de Dolomieu zowel het mineraal als het gesteente ‘dolomiet’ ontdekte.

Regenboog

Dan begint het te regenen, wat zeg ik: hagelen. Zin om te schuilen, heb ik niet, té nieuwsgierig naar het uitzicht dat zich achter elke bocht stilhoudt. Toch kijk je als het regent onwillekeurig naar beneden, ook mooi: parnassia op de rand van de afgrond, een paddestoel met gebroken hoed, een miljoenpoot en dus die eekhoorn. Tien minuten later breekt de zon alweer door, en gaan de blikken weer de lucht in. Kijk! In de schoot van de volslanke ‘Brenta’ vormt zich een regenboog en dansen de zwaluwen. Langs haar doorweekte dijen lopen we vervolgens verder omhoog, richting berghut, waar aan één van de muren een foto hangt van een beer. Dus toch.

Hem straks gewoon niet in de weg lopen, neem ik me voor als we de afdaling aanvangen.

TRENTO

SHOPPEN IN DE OUDE BISSCHOPSSTAD

De vraag die zich na al dat buitensporten opdringt is: kun je ook een beetje shoppen in Trentino? En dan bedoel ik niet die anderhalve etalage vol ingedikte streekgerechten in een zo goed als uitgestorven dorp waar niemand van Gucci heeft gehoord, maar écht shoppen. Dat kan zeker, zo blijkt als we in Trento zijn, een stad met 120.000 inwoners, onder wie veel studenten. Trento leeft, Trento is leuk. En above all… het is een paradijs voor fashionista’s.

Dries van Noten

Ik loop een willekeurige winkel binnen en weet niet wat ik zie. ‘U verkoopt Dries van Noten!?’ flap ik eruit. De eigenaar hoort de verbazing in mijn stem, maar heeft werkelijk geen idee wat ik zeg. Toch hangt zijn zaak vol met de Antwerpse couturier. Verder ontwaar ik veel moois van de Britse ontwerper Paul Smith. Ik pak een jurkje uit het rek en laat hem opgetogen het label zien: ‘See, Dries van Noten.’

Na deze verrassing ben ik onmiddellijk warmgelopen. Ik versnel mijn pas. Ook een vorm van buitensport: shoppen. Door begeerte aangeraakt kijk ik nauwelijks om me heen. Zonde wel, want Trento is een bijzonder elegante stad, rijk gedecoreerd met zijn renaissance gevels vol fresco’s. Ook heb ik geen oog voor het door naaldhakken belopen kalksteen onder mijn voeten. In het plaveisel van de stad vind je her en der miljoenen jaar oude fossielen terug. Iedereen negeert ze. De allernieuwste collectie is uit. Scusi, geen tijd voor fossielen!

Veel zwart dit jaar, zoals gebruikelijk in Italië. Wat me ook opvalt, zijn de vele lingeriezaken in de oude bisschopsstad. Kniekousjes zijn het helemaal, met net onder de knie een koket roze strikje. Top! Alleen hoe krijg je een ‘buitensportkuit’ in een Italiaans kniekousje? Moe gepast plof ik uiteindelijk neer op één van de vele terrasjes aan het Piaza Duomo met in het midden de 18e eeuwse fontein van Neptunus. Nu pas zie ik hoe mooi de stad is.

Groene stad

Trento staat bekend als één van de groenste steden van Italië. Het was oorspronkelijk een Keltische stad, is later door de Romeinen veroverd en pas na de Eerste Wereldoorlog van Duitse handen overgegaan in Italiaanse. De stad telt een aantal mooie parken, waarvan de kloostertuin de meest idyllische is. De Giardino San Marco ruikt in het voorjaar naar jasmijn, en ligt pal naast de muziekschool. Zodra ik de tuin doorkruis hoor ik Mozart.

Bijzonder is ook de hangende Renaissancetuin in het bisschoppelijk paleis met zijn vele gangen, loggia’s en zalen. Je bent er zo een paar uur zoet. ‘Prijsvraag’: zoek het schilderij met de vlieg. Kleine hint: in de bisschopszaal hangen portretten van alle vorstendommen van 1027 tot 1803. Op één van de schilderijen vind je op de robe van de bisschop een vlieg die zo levensecht is geschilderd dat je de geleedpotige bijna van het doek zou willen meppen.

BIKEN

TEKENEN VAN GOD

Eén voor één zie ik ze omhoog komen, tong op het metaal, de kop vol snot. Als in een roes leggen ze de 13 kilometer lange weg naar boven af, aangemoedigd door het bijna hemelse geluid van ‘Tibetaanse klankschalen’. Het geluid van koeienbellen, wat draagt dat ver.

Tremalzo (1521 m) in de buurt van Lake Ledro is een populaire klim onder fietsers met een onbedwingbare behoefte zichzelf tegen te komen, mannen in de regel van rond de veertig met ik vermoed lastige huwelijken of banen.

Tremalzo is slopend, maar geen Mont Ventoux, waarbij je volgens de kenner ‘tekenen van God’ ervaart. Ik ben geen kenner. Sterker, het feit dat ik ga fietsen in de Dolomieten zorgt voor nogal wat opgetrokken wenkbrauwen in mijn omgeving. Ik ga namelijk niet zomaar fietsen, ik ga moutainbiken. En dat schijn ik te onderschatten.

Onheil

Welk onheil me te wachten staat wordt duidelijk zodra ik David de hand schud. Onze gids is fully dressed en equiped voor – zo te zien – de TransAlp.

Eh… i am not very experienced’, zeg ik in mijn beste Italiaans, en doe ondertussen mijn haar in een staartje om toch íets van een sportieve look te creëren. Handschoentjes heb ik niet, ik moet de trillingen gewoon met de blote knuisten zien te absorberen. Ook heb ik geen onderkleding met ademende ‘breakerlaag’, laat staan losse armstukken om me warm te houden. Ook heb ik geen polystyreen helmpje of een policarbonaat zonnebril met thermoplastisch frame. David daarentegen ritst zijn backwarmer dicht, en doet nog even zijn helmpje af om zijn haarbandje goed te doen. Het helmpje gaat weer op. Ik sla denkbeeldig een kruisje en hoop er zonder helmpje voor mijn fontanellen het beste van. Zo, David welke challenge had je in gedachten?

Rondje meer

We doen een rondje meer, het meer van Molveno, 15 kilometer en nauwelijks hoogteverschillen. De eerste 500 meter gaan we over asfalt, eitje. Niet veel later gaan we echter off-track. En gelijk downhill over flinke keien die allemaal los liggen. Met mijn dikke whatever inch-banden stuiter ik over het parcours. Ik lijk wel een pro gezien de snelheid, met dit verschil dat ik mijn fiets totaal niet onder controle heb. Als het me echt té snel en te steil wordt, rem ik, maar dat doe ik dermate onhandig dat mijn achterwiel in een slip schiet, en de fiets alle kanten opslingert. Tja, dat vind ik toch iets minder van dat hele mountainbiken – je bent meer aan het surviven. Geef mij dus maar gewoon een toerfiets voor een traject langs de appelgaarden van Trentino of een rondje fontein in de hoofdstad. Maar dat je hier spectaculair kunt biken staat buiten kijf. Zeker sinds de komst van een splinternieuw mountainbike-traject, ontwikkeld voor zowel de wreed fanatieke als de wat minder getrainde biker.

WINING & DINING

PUUR GENIETEN

Nóg een buitensport. Mushroom hunting. Vergis je niet, in het najaar is het hier dé sport. Hele families rukken er in camouflagekleding op uit – alsof paddestoelen ogen hebben. Ze gaan massaal op zoek naar de peperdure porcini (eekhoorntjesbrood) waar je heerlijke risotto mee kunt maken.

Hoe ziet de porcini er eigenlijk uit?’ vraag ik aan Maria Grazia en haar collega, de dames van het verkeersbureau die ons hebben uitgenodigd voor de lunch.

Bruin? God, dan ben ik er mogelijk gewoon bovenop gaan staan gisteren.’

Die blikken, alsof ik een misdaad tegen de menselijkheid heb begaan. Porcini’s hebben bijna de status van truffels. In ieder geval zijn ze zo gewild dat niemand vertelt waar hij ze vindt. Iedereen zwijgt over zijn geheime plek in het bos, ook tegenover zijn familie. Een beetje zoals men vroeger zweeg in de DDR. ‘Mijn oma vertelde pas op haar sterfbed waar zij ze altijd vond,’ aldus één van mijn tafeldames.

Vino tinto

Trentino is puur genieten, met of zonder paddestoelen. Mijn ‘primi’ bestaat uit ‘tagliatelle al profumo di erba cipollina e ali di razza’, mijn ‘secondi’ uit ‘filetto di manzo all piastra e patatine sfiziose’. Een kwestie van hardop voorlezen en je krijgt gelijk trek.

Op het bord van de eeuwig lijnende gastvrouwen verschijnt het veel minder aanlokkelijk klinkende ‘frogfish’. Ik ken de vis niet. ‘It’s a big and ugly fish,’ verduidelijkt Maria Grazia, en probeert de vis te imiteren, waarvoor ze natuurlijk veel te mooi is met haar Italiaanse genen. ‘Een snoek?’, probeer ik voorzichtig. Baars, karper? Ik kom er niet uit.

Wijn dan maar. De rode Teroldego doet me een beetje denken aan de Franse Cahors, maar dan veel minder zwaar. De fonkelende rode wijn is soepeler en lichter, net als de Italianen zelf. Je drinkt het met pretoogjes. La Dolce Vita!

Eco

Het lekkerst eet ik uiteindelijk bij Andrea, in het hotel van zijn ouders: het Elda Eco Ambient Hotel in Val di Ledro. Het hotel ligt midden in een Ravensburger-puzzel, alleen dan zonder bijbehorende kitsch. Het pand wordt door locals misprijzend ‘de kubus’ genoemd, omdat het gebouw niets met de traditionele architectuur van Trentino te maken heeft. Gelukkig niet zou ik bijna willen zeggen. Hier geen Tiroler geraniums maar strak design, en geen geborduurde schilderijtjes aan de muur maar pop-art. Chet Baker zachtjes op de achtergrond, en op mijn bord geen polenta maar gegrild rund op een bedje van rucola. Mag ik blijven?

Violenbos

Rond Tremalzo (Val di Ledro) groeien hele bijzondere sparren. Het hout van deze sparren heeft een opvallende resonantie. Vandaar dat het wordt gebruikt voor de bouw van violen en andere muziekinstrumenten. Er zijn in Europa slechts twee andere bossen waar dergelijk ‘violenhout’ wordt gevonden.

300 kilo

Hoe groot zijn die beren nou eigenlijk? Bij Area Faunistica ORSO BRUNO in Spormaggiore lopen er drie rond in hun natuurlijke leefomgeving met dit verschil dat er een groot hek omheen staat. We zien grootmoeder (42 jaar en 300 kilo) en haar twee kleinkinderen, een tweeling van 12. Rond 16.00 komen ze in actie, voor zover je hun schuifelen ‘actie’ kunt noemen. Rond 17.00 krijgen ze te eten. Op het menu: rozenbottels.

Vogels

Tip voor het najaar, wandel van Tremalzo naar het vogelringstation (circa een uur heen en terug). Het station is open van eind augustus tot eind oktober. De vogeltrek wordt er bestudeerd door negen vrijwilligers. Elk uur (ook ’s nachts) worden de netten gecheckt op vogeltjes, die bijvoorbeeld vanuit Siberië naar Afrika vliegen: 8 gram en dan halverwege de Italiaanse Alpen ergens blijven ‘steken’. Gelukkig niet voor lang, na het wegen, meten en ringen worden ze weer losgelaten.

Desmontegada

Hoera! De beesten komen de bergen uit. Dit gebeurt standaard in september (data wisselen per jaar) en gebeurt niet geruisloos. De koeien krijgen bloemenkransen om en het is feest in de vallei. Vindt o.a. plaats in Val di Fiemme.

Paalwoningen

In 1929 ontdekte men de overblijfselen van een bijzondere prehistorische nederzetting: de paalwoningen van Lake Ledro. Enkele woningen zijn nagebootst. Ze laten aan de hand van voorwerpen zien hoe men er vierduizend jaar geleden leefde. Vooral leuk voor kinderen.

REIZEN Magazine, ANWB