Cruiseschip wordt reddingsboot

Links hangt een portret van Maxima, in het midden een enorme kroonluchter. Boven staat Dylan (28). Hij kan het nog steeds niet geloven dat hij hier slaapt. “Ik dacht, ik lig deze winter buiten.”

“Je kunt op de boot terecht, zeiden ze bij de opvang. De boot? Ik had geen idee waar ze het over hadden. Ik had wel eens van de Velserpoort gehoord en dacht dat ze me daar naartoe zouden sturen. Eerlijk gezegd had ik helemaal geen verwachtingen toen ik plotseling op straat stond. Ik dacht, ik lig deze winter buiten. Mooi niet. Het werd een boot en wát voor boot, een cruiseschip. Kom, dan laat ik je me mijn hut zien.”
De 28-jarige Dylan is nog maar net dakloos. Een paar weken geleden meldde hij zich bij de Brede Centrale Toegang in de Wilhelminastraat. Hij deed zijn verhaal en nu zit hij hier. Hij kan zijn geluk niet op. “Een eigen hut. Teeveetje met afstandbediening. Wat wil je nog meer.” Hij loopt naar de hal en zwaait naar de beveiliger. “Kijk dan, die kroonluchter!” Plotseling trekt hij een wenkbrauw op. “Er zitten nog altijd mensen tussen die klagen. Die vinden het water stinken, het Spaarne. Of ze willen een tweepersoonsbed. De lui zijn niet goed. Wie kan nou zeggen dat hij op een cruiseschip woont.”

Kor Siepel (64) en Petra Kolbe (63), de oudste bewoners van het schip: “Ik vaar hier zo mee weg.”

 

35 daklozen
We zijn aan boord van de Aurora, een twintig jaar oud cruiseschip. Normaal gesproken, wanneer er geen corona zou zijn, zou het in de wintermaanden uitvaren naar de Duitse kerstmarkten. Nu ligt het vaartuig te niksen aan de Spaarnedammerweg. Tot de wethouder aanklopte. Om de veilige onderlinge afstand te kunnen waarborgen was de gemeente Haarlem op zoek naar een extra locatie voor de winteropvang. De sporthal die in maart zijn deuren had geopend tijdens de eerste coronagolf was niet meer beschikbaar. Er moest een alternatief komen. Waarom geen schip? In Rotterdam deden ze het ook. Het college was akkoord, de reder blij. Op 11 november kon de loopplank uit voor de eerste groep daklozen. Ze blijven in principe tot half maart, tenzij de coronamaatregelen opnieuw worden aangescherpt. Er is plek voor maximaal 35 daklozen. Mocht de gevoelstemperatuur zakken tot min tien graden, dan is uitbreiding mogelijk. Alles prima voor elkaar, maar toch nog even zeuren: waarom in hemelsnaam een cruiseschip?

Er is corona
Toen de wethouder hier voor het eerst binnen liep, moest ze ook even slikken, geeft ze toe, doelend op alle pracht en praal. Ze was beducht op de beeldvorming. Toe maar, zou de goegemeente kunnen denken, mag wat kosten. Om precies te zijn 950.000 euro, vernamen de Haarlemmers uit de krant. Er waren mensen die gelijk in de spreekwoordelijke pen klommen en de wethouder tot achter de komma uitrekende wat dit ‘geintje’ kostte per persoon. “Net zoveel of zelfs minder dan een hotel of een sporthal”, relativeert verantwoordelijk wethouder Meijs. “Er zijn verschillende kosten, om te beginnen de huur van het schip en het inhuren van beveiliging en een zorginstantie. Dan moet iedereen ook nog eten natuurlijk.” Ze snapt de commotie, maar wat mensen niet moeten vergeten, is dat niemand hier voor zijn lol zit. “Wij hebben een dak boven ons hoofd, deze mensen niet. De winter staat voor de deur. Er is corona. In de bestaande opvang slapen mensen te dicht op elkaar. Het is onze maatschappelijke plicht deze mensen op te vangen. Of dat nou bij hotel Van der Valk is, in een sporthal of op een boot. Ze wil benadrukken: dak- of thuisloos word je niet zomaar. Meijs: “Er zit altijd een verhaal achter.”

Veerkracht
Het verhaal van Dylan is pittig, maar hij vertelt het schijnbaar zonder emoties. Toen hij 20 was liep het huwelijk tussen zijn vader en stiefmoeder op de klippen. Zijn vader zei: we zetten het bedrijf op jouw naam. Zijn vader had een aannemersbedrijf waarin vader en zoon samen optrokken. “Ik werkte al vanaf mijn veertiende bij mijn vader. Hij was mijn grote held. Maar wat gebeurt er? Mijn vader vertrekt met een nieuwe vriendin naar Gambia en laat mij achter met 21.000 euro schuld aan rekeningen en boetes. Ik snap het nog steeds niet. Mijn eigen moeder laat me vervolgens ook zitten. Ze zou het geld sparen wat ik verdiende, om de schulden van mijn vader af te kunnen betalen, maar na 2,5 jaar bleek ze helemaal niets te hebben opgespaard.”
Een normaal mens heeft minder nodig om naar de bliksem te gaan, maar Dylan blijkt de veerkracht zelve. Hij blijft doen wat hij gewend is te doen: keihard werken. Dit wel met de nodige coke om te kunnen dealen met de pech die hem kennelijk op de hielen zit. Met de coke is hij toevallig negen maanden geleden gestopt, en dat bevalt goed. Dat harde werken blijft hij doen, dus luidt de vraag: hoe komt een keiharde werker op straat terecht? Korte versie: hij woonde boven zijn werkplaats – illegaal – en daar ging het mis. Hij moest eruit. Vrienden vingen hem op en vrij snel daarna kon hij hier terecht, op Aurora. Een prachtig schip. Dylan blijft het zeggen. Alleen die betimmering. Hij wijst naar een kier en knipoogt: “Dat zou ik beter gedaan hebben.”
Plan B is ingezet. Hij is al naar de gemeente geweest voor een briefadres, Trajectbegeleider Gerdina van PerMens helpt hem met het zetten van stappen. Eerst een huis, dan verder. Aurora betekent zonsopgang. Voor Dylan gaat ‘ie ook weer schijnen. Dat voel je aan alles.

Ik ben vroeger binnenvaartschipper geweest. Dit voelt als thuiskomen.

Huisregels
PerMens is de zorginstantie die door de gemeente is aangetrokken om de daklozen op het schip te begeleiden. Regiomanager Yolanda Veerhuis geeft een rondleiding. Wat vindt zij nou eigenlijk van alle luxe aan boord? “Verkijk je er niet op, de wandjes bijvoorbeeld zijn superdun. Dat is prima voor een weekje op de Rijn, maar na vier maanden, kan ik me voorstellen, ben je de geluiden van je buurman wel zat. Ook zijn er strenge huisregels. Eten en drinken in je hut mag niet. Roken op je balkon evenmin. De kapitein is zuinig op zijn schip. Logisch. Er zijn meer regels. De belangrijkste: geen alcohol en geen drugs aan boord. Wie herhaaldelijk vervelend is, kan van boord. Maar dat hebben we gelukkig nog niet meegemaakt. Het gaat gewoon hartstikke goed.”

Hondjes
Er komt een man aangelopen op de kade. “Het is niet gelukt”, valt hij met de deur in huis. Hij ging voor een woonboot in de stad, maar de woning was net voor zijn neus weggekaapt. “Chips”, zegt Petra. “Ja, jammer”, zucht Kor.
Kor Siepel (64) en Petra Kolbe (63) zijn de oudste bewoners op Aurora. Ooit een stel, nu gescheiden maar nog altijd bij elkaar. Ingewikkeld, maar soms lopen de dingen zo. Petra en Kor woonden op een flat in IJmuiden waar het mis ging met de buren. Geluidsoverlast. “We hadden drie hondjes”, verklaart Petra, die zich meteen verontschuldigt. “Ik heb een paar jaar terug een tia gehad. Dus als ik wat warrig ben…” Enfin, die hondjes. Ja, blaffen natuurlijk. En die buren maar klagen. De dagvaarding die gestuurd zou zijn, had Petra even gemist, dus stond op een gegeven moment de verhuurder op de stoep. Ze moesten eruit. Waarheen? Ja, waarheen? Naar hun zoon in Haarlem, maar daar konden ze ook niet voor altijd blijven. En toen kwam dit voorbij. Het gezicht van Kor gaat open. “Ik ben vroeger binnenvaartschipper geweest. Dit voelt als thuiskomen.” Ook Petra is zielsgelukkig. Toch ontbreekt er nog een ding aan haar geluk: de hondjes. Die mochten niet mee aan boord en worden nu ergens in Amsterdam opgevangen. Ze pakt haar telefoon om een foto van haar hondjes te laten zien. “Kijk, dit zijn ze.”
Kor droomt ondertussen nog even verder. “Een rondje over het Spaarne. Zou dat niet kunnen. Met Oud en Nieuw?” Trots lachje: “Ik kan met dit ding varen hè. Ik vaar er zo mee weg.”

Tekst en foto’s: Nicolline van der Spek