Osdorp

“Mevrouw, mogen wij u een paar vragen stellen over zwerfafval?” Ik loop naar mijn auto, die in Osdorp staat geparkeerd, als drie meisjes me benaderen voor een enquête. Een opdracht van school, krijg ik uitgelegd. Ik vind de meisjes leuk en ben vooral nieuwsgierig.

Eerste vraag: “Vindt u deze wijk vies?”
Nee, zeg ik zonder te liegen.

“Vindt u dat winkeliers verantwoordelijk zijn voor het zwerfafval op straat?”
Ik haal mijn schouders op, kijk zo verbaasd mogelijk en zeg dat iedereen verantwoordelijk is voor het gooien van afval op straat.

Het gaat lekker, denk ik, en ben helemaal in mijn politiek correcte nopjes tot de vragen persoonlijker worden.

“Denkt u dat jongeren of ouderen meer afval op straat gooien?”
Eh,jongeren.Toch wel, sorry.

“Gooit u zelf wel eens iets op straat?”

De paniek slaat onmiddellijk naar binnen. Ik denk aan alle op straat gegooide kauwgommetjes in mijn leven, de bananenschil – laatst nog in het bos, dat ene papiertje, dat ik zo terloops mogelijk liet vallen. Ongemerkt en bijna per ongeluk, met gestrekte arm langs mijn lichaam.

Ik zie de meisjes kijken. Waarom zegt die aardige witte mevrouw ineens niets meer?