Er is geen wifi in het bos, maar Felicia Eckersten zorgt voor een veel betere verbinding. Die met jezelf. Met dank aan de wereld waarin ze opgroeide: een oerbos met een meanderende rivier in Skåne in Zuid-Zweden. Hoe je na een forest bath van Felicia totaal ontspannen het bos weer uitwandelt.
‘Save the planet!’ Felicia (32) ziet tot haar schrik een plastic zakje drijven in haar rivier en peddelt naar de kant. Rumoer bij de eenden. Wat doet die vrouw met die hoed in onze rivier? ‘Sorry guys’. Vakkundig wipt ze haar peddel onder het boterhamzakje en neemt het mee aan boord. Daarna zet ze als de nieuwe Greta Thunberg haar tocht voort. Ze is niet alleen. Ze voert een vloot aan van dames die zich allemaal hebben ingeschreven voor twee dagen mindfulness in het bos. In een van de kano’s zit ik. De enige twee mannen die zich vandaag hebben ingeschreven zijn filmmaker Josiah en fotograaf Frits. Bosbaden is een vrouwending. Geleid door oervrouw Felicia.
Hello, i am Felicia
Felicia is alles wat Zweden Zweeds maakt. Ze is lang, mooi en blond. En ze houdt van de natuur. Een friluftsliv-meisje dat iedereen het liefst mee haar bos in sleept om te leren hoe je moet leven. Met beide voeten op de grond, ademend vanuit je buik en kijkend als een kind, vol verwondering.
Felicia is 32 jaar en geboren op een boerderij. Meteen bij haar geboorte kreeg ze haar eerste paard, Ramses. Toen ze 20 werd kreeg ze een hond: Billabong. Hij scharrelt later vandaag vrolijk rond in ons basecamp. Geen schermverslaving voor Felicia. Als kind al bouwde ze liever hutten met haar grote broer dan dat ze videogames speelde. Later werd ze kitesurflerares en mindfulness-instructrice, maar officieel is ze landscape engineer. Vragend naar haar levensmotto antwoordt ze: ‘My goal is to build a life I dont need a vacation from.’
Friluftsliv
Haar ouders heb ik ook mogen ontmoeten, Per en Susanne. Twee schatten van mensen, die hun dochter vandaag helpen met het voorbereiden van de lunch en het diner. Ze doen alles voor hun dochter. Ze komen zelfs met paraplu’s aanzetten als het plots begint te regenen. Een stortbui, net als we de kano’s op het land hebben gesleept en aan de pompoensoep willen beginnen. Ik moet denken aan een Zweedse uitspraak: ‘Er bestaat niet zoiets als slecht weer, alleen slechte kleding.’ Het wil zoveel zeggen als: laat je niet tegenhouden, ga naar buiten, daar gebeurt het. Ook speelt het een belangrijke rol in de opvoeding. Kids don’t remember their best day of television, they remember their best day in the forest. Ze moeten naar buiten, het bos in. Zo kom je automatisch uit bij de term friluftsliv. Het buitenleven. Friluftsliv for my thoughts. Door dit in 1859 te schrijven in een gedicht heeft Henrik Ibsen het patent op dit typische Scandinavische woord. Maar volgens fjordenlandschapsspecialist Willem van der Bilt heeft poolavonturier, diplomaat en volksheld Fridtjof Nansen in 1921 de term echt goed op de kaart gezet. Van der Bilt: ‘Volgens Nansen draaide Friluftsliv om het vinden van een balans tussen lichaam en geest in de natuur. Buitensport als middel, bezinning het doel. Een beetje New Age eigenlijk.’
Ik voel de bui al hangen. Het begint te regenen, net op het moment dat we willen gaan lunchen. Maar het klopt: er bestaat niet zoiets als slecht weer in Zweden. Zeker niet als je ouders Per en Susanne heten en meteen bij de eerste spat tien paraplu’s uitdelen.
Forest Bath
Twee dagen mindfulness in het bos bestaat uit kanoën, hiken en yoga. Alles bij elkaar noem je dit ‘bosbaden’. Dacht ik aanvankelijk bij een forest bath nog aan een jacuzzi in een bemost bos, blijkt het om iets heel anders te gaan, iets Japans.
‘Ga je bomen knuffelen?’ vraagt mijn vriend nadat ik de Wikipedia-pagina heb voorgelezen. ‘Shinrin-yoku is een vorm van natuurtherapie uit Japan. De term betekent letterlijk ‘bosbaden’ en is een soort mindfulness: het begrip houdt in dat je je onderdompelt in de atmosfeer van het bos en de omringende natuur aandachtig beleeft met al je zintuigen. De gezondheidsrage is ontstaan in de jaren tachtig en vanaf 2016 opgepikt door diverse lifestylemagazines.’
Mindfulness
Een zachte verlegen vrouwenstem: ‘Hello everybody, we gaan een oefening doen.’ Felicia verzoekt iedereen haar te volgen. Het bos in. We maken een kring en luisteren aandachtig naar wat Felicia ons te vertellen heeft. Tussen haar duim en wijsvinger klemt ze een rozijn. Normaal gesproken eet ik die binnen een nanoseconde op, maar dat is nu juist niet de bedoeling. We moeten de rozijn bekijken alsof we nog nooit een rozijn hebben gezien. ‘Ruik er ook eens aan,’ zegt Felicia. ‘Sluit je ogen. Druk hem samen en kijk hoe de rozijn terugveert. Houd hem tegen het zonlicht en ontdek de kleuren van dit wonderlijke schepsel van de natuur. Leg hem vervolgens op je tong zonder de rozijn door te slikken. Wat proef je?’
Thuis zou ik denken: flauwekul. Maar Felicia raakt me. Ik realiseer me hoe gehaast ik normaal gesproken eet, als een hagedis die alles wat beweegt – plop – in zijn bek stopt.
Terug in de kano heb ik veel meer oog voor mijn omgeving: de wuivende sigaren tussen het riet, een sierlijk lijnenspel van zeegras onder mijn kano, en naast me een schaatsenrijder, in het Latijn een Gerris lacustris, het insect dat op water kan lopen zonder natte voeten te krijgen. Mijn zintuigen staan op scherp. De libellen zijn blauwer geworden na de mindfulness-oefening, de vlinders talrijker en kijk daar…een koe bij het water.
Geen prikkels, alleen groen. Ik geloof dat ik het begin te begrijpen.
Stroom mee
We zijn vanmorgen de kano ingestapt bij het kanocentrum in Stockamöllam. Een plek die me intrigeert, want het kanocentrum is gevestigd in een oude meubelfabriek. Hier maakten ze vroeger de deckchairs voor de Swedish American Line, vertelt de vader van Felicia, terwijl hij onze tassen in zijn auto laadt om te vervoeren naar het kamp. Stroom mee kanoën we over de Rönne å, een rivier die als de ‘S’ van Skåne door het landschap meandert. Een enkele kleine stroomversnelling zorgt zo nu en dan voor wat vrouwelijk gegil, verder domineert twaalf kilometer lang het geluid van de peddel. De metronoom van het water.
Geen internet
Na de kanotocht met hier en daar een dwarsliggende steen (‘keep right, everybody!’) wacht de hike, acht kilometer over de beroemde lange afstandsroute de Skåneleden. Ook deze wandeling beleef ik na de mindfulness-oefening op een intensere manier dan mijn boswandelingen thuis. Het mos op de rotsen is bijna fluorescerend. Het takje onder mijn voet kraakt niet, het knapt als sandelhout in paasvuur. Ik ruik lavendel, hoor het ruisen van het bladerdak. Met vlakke hand streel ik een boomschors. Ogen dicht: ik voel fluweel. Ik kijk naar het zonlicht tussen het loof: pixels van licht. Ik maak foto’s met mijn telefoon zonder het mankeren van internet op te merken. Nul streepjes wifi. Er is zero contact mogelijk met de buitenwereld. Geen nieuws, geen berichtjes, geen Facebook. Alleen groen. Ik geloof dat ik het begin te begrijpen.
Brandnetelsoep
Onderweg krijgen we een laatste opdracht van Felicia. We moeten met zijn allen op zoek naar ons voorgerecht van vanavond: cantharel. Deze wilde paddenstoel met typische trechtervorm groeit her en der in haar bos. Ze zijn geel, het goud van het bos. De brandnetels voor de soep zijn al geplukt door haar moeder. Als het goed is staat de soep zelfs al te pruttelen. De smaak van de cantharel is kruidig, een beetje peperig en de geur doet denken aan abrikoos. We gaan vanavond outdoor koken. De Zweden zijn er dol op. In de verte zien we al rook. En waar rook is, is eten.
Per en Susanne ontvangen ons met een kom brandnetelsoep en een knuffel, ook Zweeds: de hug. Billabong positioneert zich op schoot van de vader van Felicia.
‘En, hoe was het?’ vraagt hij.
‘Prachtig’, zucht ik en ga bij het vuur zitten.
Niet veel later kneed ik mijn eigen deeg om een lange stok. Die stok houd ik vervolgens een poosje in het vuur. Plots verschijnen er meerdere stokken, zoals er vanmiddag spontaan tien paraplu’s openklapten tijdens de lunch. Het heeft nadien niet meer geregend trouwens. De Zweden hebben gelijk: Er bestaat niet zoiets als slecht weer.
In deze setting van dansende vonkjes, klinkt een praktische mededeling van Felicia. ‘Misschien is het handig, nu het nog licht is,’ zegt ze, ‘om onze tent op te zetten.’ Daarna verwacht ze ons bij het huis van haar ouders. We gaan tomaten plukken in de achtertuin. Wortelen, sla, artisjokken en aalbessen.
Slapen onder de sterren
‘Hebben jullie die kat ook horen miauwen vannacht?’
Het is het eerste wat ik vraag als ik de rits van mijn tent opentrek. Ik heb geen klachten, ik heb geslapen als een moose. Zacht bedje ook, dat mos.
De een denkt juist dat ze een hert hoorde vannacht, een burlend hert.
Ik hoorde duidelijk een kat.
Het blijkt een catowl te zijn. Felicia weet precies waar het nest zit, bij die vierde rij bomen links: een nest met drie jongen.
Een katuil, daar heb ik nog nooit van gehoord. Maar dat zegt niet zoveel, want van forest bathing had ik ook nog nooit gehoord. Speaking of, het is tijd voor yoga. We pakken de matjes erbij en strekken onze armen uit naar de boomtoppen. Het is nog vroeg. Maar langzaam wint de zon aan kracht.
Foto: Frits Meyst
Dit verhaal is gepubliceerd op National Geographic
www.visitskane.com