Els Vredeveldt (31) is maatje van Ismail (9). Een paar keer per maand komt ze hem ophalen bij zijn ouders in West. Ze gaan er altijd samen op uit. In bomen klimmen bijvoorbeeld.
“In het begin vroegen kinderen in de buurt wie ik was. Bent u Ismail’s juf? vroegen ze. Ik keek Ismail aan en vroeg: ja, wat ben ik eigenlijk voor jou? Hij hoefde niet lang na te denken en zei: jij bent de opvang.
We kennen elkaar nu een jaar. Via het project BijdeHand van De Regenboog Groep ben ik zijn maatje geworden. Ik kon kiezen uit drie kinderen. Ismail zocht iemand die van dieren en natuur hield. Ik dacht: dat lijkt me wel wat. Zelf ben ik ook graag buiten. Kinderen moeten in bomen klimmen, niet binnen zitten.”
Ismail’s vader is ziek. Wat hij precies heeft, weet Els niet, maar ze vermoedt een depressie. Hij slaapt veel. Ismail’s moeder is de hele week aan het werk en ook zijn twee oudere zussen zijn druk met hun eigen leven. Als Els niet op bezoek zou komen, zou Ismail veel binnen zitten. Zonde, vindt Els. “Ismail is een heel slim en nieuwsgierig jongetje. Zo’n jongetje wil natuurlijk de wereld ontdekken. Laatst stond hij bovenop een klimrek, en riep ‘ie met gebalde vuist: Els, kijk…i am king of the world!”
“Dat optimisme van dat mannetje, vind ik geweldig. Daar leer ik veel van. Ik geef hem ‘Els-vertrouwen’, zegt hij altijd. Dan zeg ik: Je doet het zelf hoor. Helemaal zelf!
Toch was het in het begin niet gemakkelijk om zijn vertrouwen te winnen en dat van de familie. Ismail heeft veel mee gemaakt. Ook op school. Hij wordt regelmatig gepest. Weet je wat hij zei toen ik de allereerste keer voor zijn deur stond: Ben je te vertrouwen..? Ik vond het een mooie vraag, maar wel opmerkelijk voor een kind van acht. Binnen een paar weken werden we de dikste maatjes.”
Ismail is een pseudoniem; Foto: Merlijn Michon; Dit artikel is gepubliceerd in Meeleven juni 2017, het donateursblad van De Regenboog Groep, Amsterdam.