Mata Hari, Europa’s eerste mediahype

Het geheim van Mata Hari is storytelling.  Elke conversatie begint ze met de zin: ‘In mijn jeugd, toen ik voor de radja’s danste, aan de oever van de Ganges…’ In werkelijkheid krijgt ze dansles naast de slager in de St. Jacobsstraat in Leeuwarden. Ze moet er zelf nog het hardst om lachen: Grietje uit Liwwadden is een Indische kunstenares. Tekst: Nicolline van der Spek

 
Leeuwarden, 2017. Het regent, dus besluit ik heel even te schuilen in een café om de hoek van Mata Hari’s geboortehuis. Ik raak aan de praat met een paar Leeuwarders. “Wat denkt u?” vraag ik: “was Mata Hari nou schuldig?”
“Nee!”, roept een van de mannen uit het gezelschap stellig. “Ze is erin geluisd.” Even later vraag ik het opnieuw, dit keer in een snackbar. Het meisje achter de balie heeft geen idee wie Mata Hari is. Schuldig? Wat zou ze gedaan moeten hebben dan? Ze zou een spionne zijn voor de Duitsers, vertel ik. Het meisje haalt haar schouders op. “Waar gaat het over?” roept de jongen achter in de zaak, die het gesprek boven het frituur maar half meekrijgt. “Over Mata Hari!” schreeuwt het meisjes terug. De jongen verstaat ‘Badr Hari’, en wist niet dat de kickbokser een spion was. Weer wat geleerd, zie ik hem denken als hij de friet afklopt.

Mannen die niet tot het leger behoorden, hebben mij nooit geïnteresseerd.

Uniform fetish
Het is 12 februari 1917 als Mata Hari op het hoogtepunt van de ‘spionnenkoorts’ wordt opgepakt door de Fransen. Ze is het slachtoffer van haar eigen fetish: mannen in uniform. Duits, Frans, ze deelt met iedereen de lakens, mits de heer in kwestie een rang heeft, liefst een hoge. Daarmee speelt ze met vuur. Onlangs heeft het Fries Museum haar doodsvonnis verworven. Het originele Franse gerechtsdocument laat er geen gras over groeien: MORT valt er in mooi gekalligrafeerde letters te lezen.
Op de ochtend van haar executie trekt Mata Hari haar mooiste kleren aan, bestaande uit een zijden japon met kostbaar bont op de schouders, opengewerkte kousen en een vilten hoed. Als een ware mannequin laat ze zich naar de bossen van Vincennes vervoeren, net buiten Parijs, waar ze haar jas opent voor twaalf Franse soldaten die haar eens zo aanbeden lichaam doorzeven. De gebeurtenis vond precies honderd jaar geleden plaats, wat het Fries Museum op het idee bracht een grote overzichtstentoonstelling te houden rond Mata Hari. Er is veel aandacht voor de mythe, maar ook voor het meisje.

Mata Hari zou zijn geboren in een kasteel in Schotland. Althans, volgens Mata Hari.

Rijke fantasie
Margaretha Geertuida Zelle (roepnaam Grietje) wordt op 7 augustus 1876 als dochter van een hoedenmaker geboren aan de Kelders in Leeuwarden. Als haar vader binnenloopt dankzij aandelen in olie, verhuist het gezin naar een zestiende-eeuwse patriciërswoning aan de Grote Kerkstraat. Dit huis bezit een torentje. In interviews vertelt Mata Hari dan ook graag dat ze een prinses is die is geboren in een kasteel. Soms staat het kasteel in Schotland, dan weer in India. Ze beleeft er haar gelukkigste tijd. Ze rijdt als enige kind in de stad rond in een bokkenwagen. Alle kinderen zijn jaloers. Ondertussen geniet ze van de aandacht. Dat blijft ze doen. Hoe meer aandacht, des te beter. Haar geheim? Storytelling. Elke conversatie begint ze met de zin: ‘In mijn jeugd, toen ik voor de radja’s danste, aan de oever van de Ganges…’ In werkelijkheid krijgt ze dansles naast de slager in de St. Jacobsstraat, aan de oever van de Naauw, een smal kanaaltje waar amper een sloep doorheen kan. Op de Middelbare Meisjesschool, waar de meisjes naast wetenschap en deugd, ook fatsoen worden bijgebracht, krijgt Mata Hari veel ‘aantekeningen van orde’, maar dat zal niemand verbazen. Dan, in 1889 barst de bom. Papa, die zijn oogappel zo verwende, gaat failliet, verlaat het gezin voor een ander en laat zijn 13-jarige dochter wonen op een krappe bovenetage aan de Willemskade 30, waar rochelende schepen liggen aangemeerd. Wanneer haar moeder in 1891 sterft aan tuberculose, verhuist Grietje via allerlei omwegen naar Leiden, waar ze uiteindelijk als zestienjarige halfnaakt op de schoot van de bovenmeester belandt. Ze wordt van school gestuurd. Hierna gaat ze bij een oom in Den Haag wonen. In de stad van Couperus reageert ze op een contactadvertentie in de krant van de twintig jaar oudere officier Rudolph MacLeod. Ze ontmoeten elkaar in het Rijksmuseum van Amsterdam en trouwen vier maanden later. Als Lady MacLeod gaat ze naar Indië, waar ze kennismaakt met de Oosterse danskunst. Op de vele gala’s lonkt het meisje uit Friesland naar elke man. Dit tot grote ergernis van haar echtgenoot, die in een brief aan zijn zus schrijft dat hij pas weer gelukkig zou zijn ‘als bijvoorbeeld de pest me van dit schepsel zou verlossen.’ In 1902 keert het gezin terug naar Nederland, waar Margaretha het onderspit delft in een vechtscheiding. Wanneer ze haar dochter niet meer mag zien, reist ze af naar Parijs, omdat ze van mening is dat alle gescheiden vrouwen naar Parijs trekken. Eenmaal in de Lichtstad begint ze zich te decolleteren, eerst als naaktmodel, later als danseres. Banaal? Geenszins. Ze noemt zichzelf ‘Mata Hari’, dat Oog van de Dageraad betekent, ofwel de zon, en weet in haar dansen aanbidding en zinnelijkheid te leggen. Ze moet er zelf nog het hardst om lachen, maar iedereen trapt erin: Grietje uit Liwwadden is een Indische kunstenares.

Zelfs een wesp zou jaloers zijn op de taille van Mata Hari.

Luxe leventje
Inmiddels sta ik in het Fries Museum, en buig ik me over de vele sieraden en parfumflesjes van Mata Hari. Als je bedenkt dat in dezelfde tijd half Europa doodbloedde op de slagvelden van Verdun, snap je íets van de aantijgingen jegens haar adres. Ongestraft reisde de koningin van de sluierdans van Duitsland naar Frankrijk. Ze nam van iedereen geld aan om haar luxe leventje te kunnen voortzetten, zich niet realiserende dat de Belle Epoque allang voorbij was. De gebroeders Anker hadden haar misschien nog wel vrij gekregen, maar helaas, Mata Hari vond de dood in een zee van Franse kogels. Wat me wel verbaast is dat haar lichaam door niemand werd opgeëist. Het lichaam van Mata Hari! Zelfs een wesp zou jaloers zijn op haar taille. Het wellustige en zinnenbedwelmende lichaam eindigde op de snijtafel van een academisch ziekenhuis in Parijs.
Rest de vraag of ze schuldig was of niet. Voor het antwoord moet je toch echt naar het Fries Museum.