Eric van der Burg

Interview wethouder Zorg Eric van der Burg

DE DOELGROEP VAN DE REGENBOOG GROEP KAN OP HULP BLIJVEN REKENEN’

Het kabinet Rutte wil langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning per 2015 niet langer bekostigen vanuit de AWBZ. De gemeente wordt verantwoordelijk voor deze taken, waarbij de nadruk komt te liggen op zelfredzaamheid. Wat betekent deze overheveling en de daarmee gepaard gaande forse bezuinigingen, voor onze doelgroep? Kunnen de meest kwetsbare mensen in Amsterdam straks nog wel rekenen op steun? We vroegen het aan wethouder Zorg Eric van der Burg.

In uw beleidsnota van mei 2013 legt u uit hoe de gemeente Amsterdam de overheveling van de AWBZ naar de gemeente wil vormgeven. De nota heeft als titel ‘Amsterdamse Zorg: Noodzaak Voorop’. Om gelijk met de deur in huis te vallen: hoe noodzakelijk is de hulp aan onze doelgroep?

‘De doelgroep van De Regenboog Groep valt zeker binnen de term ‘Noodzaak Voorop’. Bij AMOC bijvoorbeeld komen mensen, waarvan absoluut duidelijk is dat ze tot de zwakste categorie van Amsterdam behoren. Voor deze groep is de noodzaak voor ondersteuning zeker aanwezig. Dat geldt ook voor buddyzorg voor slachtoffers van mensenhandel. Kijk je naar buddyzorg voor druggebruikers met hiv, dan moet je nuanceren. Het feit dat je hiv hebt, wil tegenwoordig niet langer zeggen dat je niets meer kunt. Waar we naartoe moeten is zelfredzaamheid. Als we mensen die in meer of mindere mate zelfredzaam zijn ook in die positie weten te brengen, blijven er meer middelen over voor hulp aan mensen die niet zelfredzaam zijn. Een groot deel van de doelgroep van De Regenboog Groep is niet zelfredzaam of slechts ten dele. Focus op wat mensen wél kunnen. De dagbesteding is wat dat betreft een goed voorbeeld. Je kunt mensen in een ruimte zetten en ze de hele dag de krant laten lezen. Dezelfde mensen kun je ook aan het werk zetten. Dat gebeurt gelukkig steeds meer. De één helpt mee de straten schoon te vegen via Workforce, de ander werkt in brouwerij de Prael. Ook binnen de inloophuizen kun je meer van mensen vragen. Door met elkaar het huis schoon te maken of gezamenlijk te koken, verlaag je de professionele kosten en verminder je de capaciteit aan vrijwilligers die anders nodig zouden zijn.’

Over vrijwilligers gesproken. De Regenboog Groep is één van de grootste vrijwilligersorganisaties van Amsterdam. In dezelfde beleidsnota schrijft u dat de gemeente het vrijwilligerswerk in de toekomst beter wil gaan ondersteunen. Op welke manier?

‘Op verschillende manieren. Bij sommige vrijwilligersorganisaties zal de gemeente meer moeten helpen met het vínden van vrijwilligers, terwijl bij organisaties als De Regenboog Groep het zal gaan om het ondersteunen van de vrijwilligers bij de zwaarte van het werk. Als je bij De Regenboog Groep werkt, word je nu eenmaal op heel veel manieren geconfronteerd met ellende. Die ellende moet je niet mee naar huis nemen. De Vrijwilligersacademie traint mensen hierin en is als zodanig een heel goed initiatief van De Regenboog Groep geweest.’

Maak ik hier uit op dat de gemeente bereid is de Vrijwilligersacademie ook in de toekomst te blijven subsidiëren?

‘Dat moeten we wel. Op het moment dat je als gemeente meer een beroep gaat doen op vrijwilligers, dan moet je bij vrijwilligers die worden geconfronteerd met ellende, dood en grenzeloosheid wel een zekere mate van ondersteuning bieden. Daar kan de Vrijwilligersacademie een goede rol bij spelen.’

U wilt in de toekomst een verbeterde uitstroom uit de daklozenopvang realiseren, schrijft u in dezelfde nota. Waar gaan de daklozen naartoe?

‘Naar diverse woonvormen. Dat kunnen vertimmerde kantoren zijn, maar ook regionale instellingen voor beschermd wonen, Hat-eenheden, waarbij je een gemeenschappelijk woonkamer hebt of in sommige gevallen daadwerkelijk een reguliere woning. Wat je nu ziet, is dat mensen te lang in de voorzieningen blijven zitten. Dan kunnen er geen nieuwe mensen instromen, en houd je mensen op straat, wat we niet willen.’

De daklozenopvang blijft wél bestaan in de toekomst?

‘ Jazeker. Wel streven we op termijn naar minder grootschaligheid. Wat we willen is meer mensen binnen boord krijgen zonder extra geld uit te hoeven geven. Dat kan alleen door een betere uitstroom te realiseren.’

Hulp aan onze doelgroep blijft noodzakelijk, zegt u in uw eerste antwoord. De doelgroep van De Regenboog Groep hoeft zich dus geen zorgen te maken als straks de taken van de AWBZ zijn overgeheveld naar de gemeente?

‘Hulp is zeker nodig voor de doelgroep van De Regenboog Groep , maar ‘geen zorgen maken’ is wat anders. Amsterdam krijgt straks 25 % minder budget voor de verzorging en begeleiding van mensen. Dat betekent dat we fors moeten bezuinigen. Dat zal ook de maatschappelijk opvang raken.’

Waar moet De Regenboog Groep op voorbereid zijn?

‘Dat weet ik nog niet, dat moeten we binnen de gemeente voor een deel nog gaan bekijken.’

Hulp in de regio wordt steeds belangrijker. Hoe ziet u de rol van Amsterdam als hoofdstad van Nederland met een grote aanzuigende werking. Hebben mensen zonder binding met Amsterdam straks nog wel recht op hulp?

‘Dat hangt er vanaf. Als het noodhulp is, heeft iedereen recht op hulp. Denk aan de winteropvang, maar ook aan mensen die je ziek op straat ziet liggen. Die breng je naar het ziekenhuis. Is er geen regiobinding, dan maakt het niet uit of je uit Warschau komt of Wolvega, dan moet je terug naar de regio waar je vandaan komt voor hulp. Daarbij streven we naar een ‘warme overdracht’, zoals dat zo mooi heet. Je helpt mensen vandaag, morgen en overmorgen en ondertussen zoek je contact met een instelling in de regio, waar de persoon vandaan komt, zodat hij daar kan worden opgevangen.’

Laatste vraag. Wie gaat in 2015 eigenlijk de regie voeren over het zorgaanbod, de stad of de afzonderlijke stadsdelen?

‘De decentralisatie van de AWBZ naar de WMO (Wet Maatschappelijke Opvang) zal in ieder geval tot 2016 centraal worden uitgevoerd. De stad zal dus de regie voeren en niet de afzonderlijke stadsdelen.’