Weiter Spielen?

Ik zit in een overvolle Stube in Zuid-Tirol, en kom er opvallend snel ‘in’, aangemoedigd door de lach van een vrouw achter me. Ze lacht zoals vrouwen deden in het jaren zeventig-publiek van The Mounties. Zo’n schelle lach. De lach van tam gevogelte, dat met horten en stoten de huig passeert. Ze heeft haar oog laten vallen op de accordeonist, die met een beetje fantasie wel iets weg heeft van Piet Bambergen.

‘Weiter Spielen?’ knipoogt de accordeonist met rood doorbloede wangen.

‘Ja’, gilt de vrouw , ‘aber laut.’

Weer die schelle lach.

Buiten wacht de winter, met hoog boven de geluidsgrens bergen als kathedralen. Binnen is de wijn nog lang niet verdampt. Het kon wel eens laat worden.